hoofdstuk 3&4 Flashcards

1
Q

hoe is de opbouw van het algemeen besturingssysteem + uitleg

A

alle besturingen moeten voldoen aan voorwaardes. Die voorwaardes worden omgezet in wiskundige schakelalgebra en er zijn 3 basisfuncties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de 3 basisfuncties + welke voorrangsregels hangen aan die vast

A

NIET-functie, EN-functie en de OF-functie

NIET gaat voor EN

EN gaat voor OF

en met haakjes kunnen de voorrangsregels verandert worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

NIET-functie in logische voorstelling en in schakel/besturingsformule

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EN-functie in logische voorstelling en in schakel/besturingsformule

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

OF-functie in logische voorstelling en in schakel/besturingsformule

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

JA-functie in logische voorstelling en in schakel/besturingsformule

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn combinatorische besturingen

A

bij een combinatorische besturing treedt een besturingscommando op als gevolg van het optreden van een bepaalde signaalcombinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke 2 afspraken maken we bij het schrijven van logische besturingsformules

A

commando’s worden met een hoofdletter geschreven en signalen worden in kleine letters geschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe reken je om van decimaal naar binair met bv. het getal 876

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

op welke 4 manieren kan je informatie coderen

A

BCD code (Binaire code decimaal)

2-complement

ASCII code

floating point unit (FPU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de BCD code

A

dat is het decimaal getal coderen door elk cijfer van dit getal om te zetten in zijn binair (groepje van 4 bits, ook wel nibble genoemd) equivalent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het 2-complement + vb. met 8 bit getal

A

dat is de getalrepresentatie die in computers algemeen wordt gebruikt voor het voorstellen van gehele getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de floating point unit

A

de FPU is een 32 bit formaat coderingssysteem voor reële getalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de symbolen in logische besturingsformules voor de 3 basisfuncties

A

de NIET-functie heeft een streepje erboven

de EN-functie heeft een * (maal) ertussen

en de OF-functie heeft een + ertussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A

1

17
Q
A
18
Q
A
19
Q
A
20
Q
A
21
Q
A
22
Q

ander benaming voor 0-element

A

elektrische onderbreking

23
Q

andere benaming voor 1-element

A

elektrische overbrugging

24
Q

hoe werkt de gray-code

A

eerst de waarheidstabel opstellen en dan om de 2 rijen een spiegellijn trekken. van rechts vertrekkend, eerst 1 kolom, dan volgende keer 2 kolommen, dan nog eens 1 kolom, en dan 3 kolommen en dan 1 en dan 2 en dan 1 en dan 3 enz enz. (121312131213…) en de waarden die gespiegeld zijn over die lijnen worden natuurlijk hetzelfde (zie vb. foto)

25
Q

wat zijn 3 toepassingen van de gray-code

A

hoekmetingen

lengtemetingen

positiemetingen

26
Q

wat is een minimaalterm

A

dat is een formule die bestaat uit de som van een aantal producten

27
Q

wat is een maximaalterm

A

dat is een formule die bestaat uit het product van een aantal sommen

28
Q

wat zijn don’t care termen

A

dat zijn onmogelijke combinaties of combinaties die geen invloed hebben op het resultaat

29
Q

regels voor Karnaugh diagrammen

A

de kaders waarbij je de 1’en omcirkelt zijn altijd rechthoekig en moeten exact 2n velden omvatten, je kan ook een kader maken door buiten de hoeken te gaan (zie zwarte omkadering op foto), de opstelling is altijd het zelfde en als je het probeert te lezen goed kijken naar de waardes en de waardes die veranderen in de kaders die komen niet in die code, de code die je bekomt die bij 1 kader horen worden met een * (maal) gescheiden en de verschillende kaders zelf worden gescheiden met een +

30
Q

algemene opstelling Karnaugh van 2 variabelen

A
31
Q

algemene opstelling Karnaugh van 3 variabelen

A
32
Q

algemene opstelling Karnaugh van 4 variabelen

A