Hoofdstuk 3 Flashcards

Kredieten

1
Q

Wat is een hypothecaire lening?

A

Een geldlening (krediet) met een lange lange looptijd aangegaan met als doel het bekomen van een onroerend goed waarbij ditzelfde onroerende goed als onderpand staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een ontroerend goed?

A

Dat zijn niet verplaatsbare zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is onderpand?

A

Onderpand is een waardevol bezit dat een kredietnemer in pand geeft als garantie dat een lening zal worden terugbetaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een schuldsaldoverzekering?

A

Verzekering die garandeert dat bij het vroegtijdig (voor de einddatum van de lening) overlijden van de leningnemer, de openstaande schuld in één keer wordt terugbetaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie is de leningnemer?

A

Iemand die iets aan iemand anders leent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent fiscaal?

A

Datgene dat te maken heeft met belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definieer: fiscaal voordeel

A

De staat compenseert een deel van de betaalde interesten. Deze compensatie krijgt men jaarlijks terug via zijn personenbelasting. Het bedrag dat fiscaal kan afgetrokken worden, is naar boven begrensd. De belangrijkste voorwaarde is dat de lening wordt afgesloten voor de enige, eigen woning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definieer: interesten

A

De vergoeding die wordt ontvangen voor het uitlenen van geld en die betaald wordt door degene die het geld leent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definieer: bankbeslag

A

Als de ontlener op een bepaald moment niet meer in de mogelijkheid is om de lening af te lossen, dan heeft de bank het recht om het vastgoed aan te slaan en te verkopen om de nog openstaande schuld te vergoeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definieer: Schatting

A

Bij het afsluiten van een hypothecaire lening zal de financiële instelling in de meeste gevallen een officiële schatting van het vastgoed als voorwaarde in het contract opnemen. De bank wil zeker zijn dat het vastgoed minimaal de waarde vertegenwoordigt van het geleende bedrg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definieer: looptijd

A

De duur van het contract. Meestal is dit tussen de 10 jaar en 30 jaar, afhankelijk van de leeftijd van de ontlener.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definieer: vroegtijdige aflossing

A

Het kan gebeuren dat tijdens de looptijd van de lening de financiële situatie van de ontlener verandert, dan kan deze overwegen om de schuld in één keer terug te betalen. De financiële instelling zal je dan wel een “boete” aanrekenen; dit is de zogenaamde wederbeleggingsvergoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uit welke delen bestaat de maandelijkse aflossing bij een hypothecaire lening?

A
  • Het kapitaaldeel: het deel dat je die maand aflost. Deze kapitaalsaflossing zorgt voor het verminderen van het schuldbedrag.
  • Het rentedeel: het stuk interest dat je maandelijks aflost. Dit is eigenlijk de vergoeding die de bank vraagt op de nog uitstaande schuld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definieer: compromis

A

Bij aankoop van een vastgoed
Dit is de volledige verkoopovereenkomst; een voorakkoord tussen koper en verkoper dat de modaliteiten (prijs, voorwaarden, …) vastlegt waaronder de verkoop zal plaatsvinden.
Dit is bindend voor beide partijen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Definieer: de akte

A

Bij aankoop van een vastgoed
Dit is de definitieve verkoopovereenkomst opgesteld door een notaris. Deze komt tot stand na een grondig onderzoek van het bewust dossier door de notaris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Definieer: het verlijden van de akte

A

Het opstellen en het rechtsgeldig maken van de akte

17
Q

Definieer: beschrijfkosten

A

Bij het verlijden van de akte dien je naast de overeengekomen verkoopsprijs ook nog enkele andere kosten te betalen. Deze bestaan uit:
- de algemene aktekosten
- de notariskosten
- de registratiekosten: de belasting op de verkoop van een onroerend goed

18
Q

Wat zijn de registratiekosten in Vlaanderen (vanaf 1 januari 2022)

A
  • 12% van de verkoopprijs bij een normale verkoop
  • 3% gunstregeling voor de aankoop van de enige gezinswoning
18
Q
A