Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Interne controle

A

Controle door of namens de leiding en toezichthoudende organen op de oordeelsvorming en activiteiten van anderde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beperkingen

A

Het maken van fouten of vergissingen door medewerkers
Samenspanning
De afweging die steeds gemaakt zal moeten worden tussen de kosten van interne controle en de baten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Preventieve maatregelen

A

Begrotingen, normen en tarieven
Functiescheiding
Opzet van de administratie
Procedures en richtlijnen
Beveiliging van waarden
Preventieve IT-controls

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Repressieve maatregelen

A

Cijferanalyse
Detailcontroles
Verbandscontroles
Waarneming ter plaatse
Repressieve IT-controls

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

General IT-controls

A

Management en organisatie
Beveiligingsbeheer
Wijzigingsbeheer
Logische toegangsbeveiliging
Ontwikkelingsbeheer
Operationeel beheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Application controls

A

Deze controlemaatregelen dienen de betrouwbare werking van programmatuur te waarborgen
- handmatig
- computer dependent manual control
- automated

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer worden applicationcontrols uitgevoerd?

A

Invoercontroles
Verwerkingscontroles
Uitvoercontroles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intern betrouwbaarheidssysteem (COSO)

A

Controle omgeving
Risico-analyse
Maatregelen van interne controle
Informatievoorziening en communicatie
Borging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Controle omgeving

A

Cultuur binnen de organisatie
Toezicht op de leiding
Houding tov interne controle
Controleplichtig
Wet- en regelgeving binnen de organisatie
Economische omstandigheden
Het al dan niet hebben van een code of conduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Risico-analyse

A

Risico bewustzijn binnen de organisatie
Risico’s met beperking tot betrouwbaarheid
Afweging per risico wat er moet gebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Maatregelen van interne controle

A

Preventieve maatregelen
Repressieve maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Informatievoorziening en communicatie

A

Informatie aan directie met informatie over belangrijke risico’s
Kwaliteit van communicatie binnen de organisatie
Kwaliteit van communicatiesystemen binnen de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Borging

A

Vaststellen dat de voorschriften en regels met betrekking tot interne betrouwbaarheid worden nageleefd
Vaststellen dat de interne betrouwbaarheidssysteem nog steeds actueel en relevant is voor de organisatie op dit moment en de risico’s die worden gelopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly