Hoofdstuk §2.6 'Afrika en de slavenhandel' Flashcards

1
Q

Welke mensen werden slaaf?

A

= (1) na een oorlog mensen uit overwonnen volken als slaaf werden weggevoerd.
(2)Onderworpen volkeren aan machtige vorsten jaarlijks slaven als belasting moesten weggeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat deden slaven voor werk?

A

= Sommige bewerkten als landarbeiders het land van hun meester, Ze werden soldaat, huisbediende of ambachtsman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurde er in de 15e eeuw?

A

= De Portugezen gingen ook mee doen aan de slavenhandel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe betaalde de Portugezen en Spanjaarden de slaven?

A

= Ze betaalde die slaven met ijzeren werktuigen, geweren, glas, kralen en andere Europese koopwaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom had het grote gevolgen dat de Portugezen mee gingen doen met de slavenhandel?

A

= De zwarte slavenhandelaren trokken steeds verder Afrika in om slaven te roven, hele streken raakte daardoor ontvolkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werden de slaven naar Arabië en Noord-Afrika gebracht?

A

= Vanaf de 5e eeuw werden ze door de Sahara heen gebracht —-> naar Carthago in Noord-Afrika vervoerd samen met Ivoor, goud en wilde dieren.

Er waren ook slavenroutes over de nijl —–> Egypte.

Oost-Afrika vanuit handelsposten —–> Arabië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat waren de regels voor de slavenhandel volgens de Islam?

A

=
1. Alleen niet- Moslims tot slaven worden gemaakt.

  1. Moslims mochten alleen slaaf worden als hun ouders dat ook al waren.
  2. Slaven moesten normaal worden behandeld (ze waren ook gewoon mensen net als hun).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom was het werk voor de Slaven van de Islam minder zwaar?

A

= er waren minder plantages en mijnen in Arabië en Noord- Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom waren de meeste slaven vrouw?

A

= 1. Rijke vrouwen hadden slaven die hen begeleidden en ze hadden er vertrouwelijke gesprekken mee.

  1. Veel mannen hadden naast hun echtgenote ook nog een of meerdere slavinnen (concubines= bijvrouwen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurde er met de jonge vrouwen als een dorp was overvallen?

A

= Ze werden in een grote karavaan naar naar slavenmarkten in Arabië of Noord-Amerika gebracht, daar keken mannen of ze de vrouwen wel mooi genoeg vonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar woonden je als je een concubines was?

A

= Je woonde in hetzelfde huis (paleis) maar dan op een andere afdeling (harem) met alle andere concubines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er als een slavin zwanger was?

A

= Ze mochten het kind houden en de man behandelde het kind even goed net zoals de kinderen met zijn echtgenote.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurde als een rijke vrouw seks had met een slaaf?

A

= Ze krijgt dan de doodstraf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn Eunuchen?

A

Een speciale groep slaven, gecastreerde mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom kregen de Eunuchen vaker een betere positie?

A

Ze konden geen Familie krijgen en geen seksuele relatie konden hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke beroepen kregen de Eunochen?

A
  1. bewaakte harems.
  2. kregen hoge posten in het leger.
  3. in 10e eeuw werd Kafur de heerser over Egypte.