Hoofdstuk 2.1 'Het spaanse en het ottomaanse wereldrijk. Flashcards

1
Q

wat is tussenhandel?

A

handel die wordt gedreven door tussenpersonen, die iets kopen bij de ene partij en het verkopen aan de andere partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tussen wie ging de strijd bij lepanto?

A

tussen het ottomaanse en spaanse wereldrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer was het ottomaanse rijk gesticht?

A

in 1299

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat deden Isabella en Ferdinand?

A

de christelijke verovering voortzetten van het Iberische eiland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat erfde karel V nog meer?

A

de Nederlanden, Oostenrijk en andere bezittingen in midden-europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat wordt bedoeld met: ‘zon gaat nooit onder in karel V rijk?’

A

hij heeft landen boven en onder de evenaar en daardoor gaat in een rijk de zon onder en in zijn andere rijk de zon weer op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de inquisitie?

A

een strafbank van de rooms-katholieke kerk, die ketters doen straffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat werdt er gedaan de zonen van mensen in de balkan?

A

ze werden voetsoldaten en mochten niet trouwen. ze werden janitsaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurde er na de slag bij lepanto?

A

de spanjaarden heerste over de westelijke helft van de middellandse zee en de ottomanen van de oostelijke helft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar zorgde handelaren van Genua en venetië voor?

A

voor een bloeiende handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

na 1410?

A

de handel gaat achteruit en zee wordt steeds onveiliger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

grootmacht?

A

machtig land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wereldrijk?

A

rijk in meerdere werelddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wereldlijk?

A

niet-godsdienstig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly