Hoofdstuk 2.3 Flashcards

1
Q

Determineren

A

Het bepalen van een soortnaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt een soort gedetimineerd

A

Dierenrijk wordt verdeeld in hoofdafdelingen
Hoofdafdelingen verdeeld in klasse
Klasse verdeeld in orde
Orde verdeeld in geslacht
Geslacht verdeeld in soorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarin kan je dieren ordenen

A
  1. Eencellige dieren
  2. Sponzen
  3. Holtedieren
  4. Wormen
  5. Weekdieren
  6. Geleedpotige
  7. Stekelhuidige
  8. Gewervelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken eencellige dieren

A

Niet symmetrisch
Geen skelet
Bestaat uit 1 cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken Sponzen

A

Niet symmetrisch
Inwendig skelet gemaakt van kalknaalden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken holtedieren

A

Veelzijdig symmetrisch
Geen skelet
Bijv. Kwal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken wormen

A

Tweezijdig symmetrisch
Geen skelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken weekdieren

A

Tweezijdig symmetrisch
Uitwendig skelet
Lichaam is 1 geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken geleedpotige

A

Tweezijdig symmetrisch
Uitwendig skelet
Lichaam bestaat uit segmenten (leden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken Stekelhuidige

A

Veelzijdig symmetrisch
Inwendig skelet
Huidlaag eroverheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken gewervelden

A

Tweezijdig symmetrisch
Inwendig skelet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Determinatiesleutel

A

Een vragenformulier die je naar de naam van een soort leidt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem de klasse gewervelde dieren

A
  1. Reptielen
  2. Amfibieen
  3. Zoogdieren
  4. Vissen
  5. Vogels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kenmerken reptielen

A

Leerachtige huid
Koudbloedig
Longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken amfibieen

A

Leven altijd in of dicht bij water
Dunne huid
Koudbloedig
Longen, maar jonge dieren hebben ook kieuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken zoogdieren

A

Warmbloedig
Haren
Zogen de jongen
Longen

17
Q

Kenmerken vissen

A

Leven in water
Geen ledematen
Koudbloedig
Meestal een gladde huid
Kieuwen

18
Q

Kenmerken vogels

A

Veren
Warmbloedig
Longen