Hoofdstuk 20 Flashcards

1
Q

Uitbreidingsinvesteringen

A

Een extra kapitaalgoed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vervangingsinvesteringen

A

Vervangt een oud kapitaalgoed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cashflow

A

Het verschil tussen de geldstroom die de onderneming door de investering ontvangt en de geldstroom die zij uitgeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Terugverdientijd

A

De periode waarin de investering zichzelf terugverdient met behulp van de (jaarlijkse) cashlflows.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nettocontantewaardemethode

A

We maken de cashflows contant naar het moment van de investering en verminderen dit bedrag met het investeringsbedrag. Indien positief -> aanvaardbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Financiële structuur

A

Bestaat uit de samenstelling van de activa, dit is de kapitaalstructuur, en de samenstelling van het vermogen dat daar tegenover staat: de vermogensstructuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aansluiten levensduur

A

De looptijd van het aan te trekken vermogen moet zo goed mogelijk aansluiten bij de levensduur van het in de activa te investeren vermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Off-balance financiering

A

Financiering buiten de balans om. Hiervan is sprake als zaken waarover een onderneming effectief beschikt niet op de balans van de onderneming worden weergegeven, zoals bij huur of leasing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Solvabiliteitseis

A

Het vreemd vermogen niet te hoog mag zijn t.o.v het ev. Als de onderneming hieraan voldoet kan de onderneming bij de bank lenen of het rentepercentage is aantrekkelijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Factoring

A

Een onderneming draagt zijn vorderingen over aan een factormaatschappij tegen betaling van een voorschot. Bedrijf zelf geen debiteuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cloudoplossingen

A

Hard-en/of software inclusief ondersteuning worden uitbesteed aan een IT-dienstverlener.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly