hoofdstuk 2, paragraaf 5 Flashcards

1
Q

wat is een kinder- en jongerenrechtswinkel?

A

een plek waar mensen onder de 23 terecht kunnen voor hulp bij juridische zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een rechtswinkel/juridisch loket?

A

een plek waar mensen boven de 23 terecht kunnen voor hulp bij juridische zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarvoor is mediation?

A

om te zorgen dat betrokkenen hun conflict zelf kunnen oplossen met hulp van een onafhankelijke bemiddelaar. de voorwaarde is dat beide partijen ermee instemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarvoor is een burgerlijke rechtszaak?

A

als een van beide partijen er niet mee instemmen om hun conflict op te lossen via mediation, of als dat niets oplevert, kan een er burgerlijke rechtszaak gestart worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een eiser?

A

degene die de zaak aan de rechter voorlegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een gedaagde?

A

de persoon van wie iets wordt geëist en die daarom voor de rechter wordt gedaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is dagvaarding?

A

een schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is dwangsom?

A

het geldbedrag dat de gedaagde moet betalen voor elke keer dat hij weer hetzelfde gedrag vertoont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is immateriële schade?

A

emotionele en lichamelijke schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is vermogensschade?

A

een vergoeding voor schade aan spullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een kort gelding?

A

een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly