hoofdstuk 2, paragraaf 3 Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de totale opbrengst (TO) en wat is deze formule?

A

hoeveel een producent in totaal opbrengt door de verkoop van zijn producten. Deze formule is: TO = prijs x productieomvang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de gemiddelde opbrengst (GO) en wat is deze formule?

A

de opbrengst per verkochte eenheid. Deze formule is: GO = TO / productieomvang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de marginale opbrengst en wat is deze formule?

A

de opbrengst van de laatst verkochte eenheid. Anders gezegd: de marginale opbrengst is gelijk aan de verandering in de TO als er één extra eenheid verkocht wordt. Deze formule is: marginale opbrengst = extra TO / extra verkochte eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de winst (W) en wat is deze formule?

A

Het verschil tussen de TO en TK is de winst, deze formule is: W = TO - TK.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het break-evenpunt?

A

bij welke productiehoeveelheid de kosten precies gelijk zijn aan de opbrengsten. Hierbij geldt TO = TK.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het producentensurplus en hoe bereken je dit?

A

het extra geld dat een producent verdient wanneer de prijs van zijn product hoger is dan hij verwachtte. Je berekent dit in twee stappen.

  1. bereken voor ieder stuk dat wordt geproduceerd het verschil tussen wat de producent minimaal moet krijgen voor dat stuk en wat hij feitelijk betaald krijgt.
  2. tel alle verschillen uit stap 1 bij elkaar op.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly