Hoofdstuk 2 Op het gemeentehuis Flashcards
1
Q
Hoe vraag je dat?
A
How do you ask?
2
Q
Kunt u zich legitimeren?
A
Can you identify yourself?
3
Q
Hebt u een legitimatiebewijs bij u?
A
Do you have an ID with you?
4
Q
Mag ik uw identiteitsbewijs even zien?
A
May I see your ID?
5
Q
Hebt u een bewijs dat u de woning huurt?
A
Do you have proof that you are renting the house?
6
Q
Ik kom de geboorte van mijn dochter / zoon aangeven.
A
I come to announce the birth of my daughter/son.
7
Q
Ik heb een legitimatiebewijs / rijbewijs / paspoort bij me
A
I have an ID / driver’s license / passport with me
8
Q
Ik heb een huurcontract bij me. Daar staat mijn adres op.
A
I have a rental contract with me. That’s my address.