Hoofdstuk 1 Dat is een koopje! Flashcards
afrekenen
to pay
apparaat, het
device, apparatus
bak, de
container
bedrag, het
amount
beker, de
cup
benzinestation, het
gas station
betaling, de
payment, fee
broodje, het
sandwich, roll
contant
in cash
gebruiken
to use
genoeg
sufficient, enough
groeien
to grow
hoeven
to need
insteken*
to insert
intoetsen
to dial
kantine, de
canteen, cafeteria
kauwgom, de
gum
kiosk, de
kiosk
kleding, de
clothing
kleingeld, het
change
lukken
to succeed
pak, het
suit, pack, uniform, packet
pas, de
pass, stride, step
passen (geld)
to fit money
pincode, de
pincode
procent, het
percentage
sparen
to save
tegenwoordig
present, nowadays
terughebben van*
get back from
tijdschrift, het
magazine, journal
verkopen*
to sell
vooral
particularly, especially
zegeltjes, de
stamps
aannemelijk
likely, plausible
advertentie, de
advertisement
apart
distinct, separate
bod, het
offer
college, het
college
deel, het
part
deur, de
door
frisdrank, de
soda
hout, het
wood
ieder
each
koelkast, de
refrigerator
koopje, het
bargain
leer, het
leather
materiaal, het
material
meisje, het
girl
merk, het
brand
meteen
immediately
muziekinstrument, het
music instrument
net (nette)
net
programma, het
program
redelijk
reasonable
slechts
only
staat, de
state
stelen (gestolen)*
steal (stole)
vraagprijs, de
asking price
weg moeten*
have to leave
weinig
few, little
aanbieding, de
offer
batterij, de
battery
beeld, het
image
garantie, de
guarantee
gegevens, de
data
geluid, het
the sound
maar
but
opschrijven*
to write down
televisie, de
television
wassen*
to wash
zelf
yourself