Hoofdstuk 2 Deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is codering?

A

De fysieke eigenheid van communicatie moet worden omgezet naar een digitale boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is decodering?

A

De digitale boodschap omzetten naar een vorm die verstaanbaar is voor de ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is sampling?

A

Analoge trillingen moeten in samples gegoten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een analoog signaal?

A

Signaal met eindeloos veel schakeringen (continu signaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een digitaal signaal?

A

Een signaal dat slechts een beperkte waarde kan hebben afhankelijk van de fijnheid waarmee het signaal werd verkapt (discreet signaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is statische informatie?

A

Geen tijdas, verspreid over tijd (foto, tekst,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dynamische informatie?

A

Wel een tijdscomponent (video, spraak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is entropie?

A

Informatie inhoud, onzekerheid

Het gemiddelde aantal optimale halveringsvragen (vragen met slechts twee antwoordmogelijkheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt entropie uitgedrukt?

A

In bit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een ASCII code?

A

American Standard Code for Information Interchange

-> Eén karakter wordt voorgesteld door 8 bit (halveringsvragen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is informatietheorie?

A

Optimale binaire vragen formuleren met als doel het gemiddeld aantal te reduceren tot het minimum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een byte?

A

Acht bit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is compressie?

A

Gedigitaliseerde informatie op zo’n manier versleutelen dat we niet alle oorspronkelijke datapunten nodig hebben om het originele signaal terug te kunnen reconstrueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn twee vormen van compressie?

A
  1. Verliesloze compressie

2. Verlieslatende compressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is verliesloze compressie?

A

De originele boodschap wordt compacter opgeslagen zonder verlies van kwaliteit Bv. zip bestanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is verlieslatende compressie?

A

Kwaliteit blijft niet behouden, deel informatie gaat verloren, maar geheel blijft verstaanbaar voor bestemming Bv. MP3 bestanden, gesprek via GSM netwerk

17
Q

Wat is versleuteling?

A

Toegangsbeperking beheren, verschillende vormen van beveiliging die aangebracht kunne worden aan een boodschap (encryptie)

18
Q

Waar heeft versleuteling een belangrijke toepassing?

A
  1. Auteursrechtenbeheer
  2. Privacybeheer
  3. Overheidstoepassingen
19
Q

Wat zijn eigenschappen van versleuteling?

A
  1. geheimhouding zorgt dat deelnemers zeker zijn dat geen derde partij inzage heeft in de inhoud van de communicatie
  2. Integriteit: garandeert dat de inhoud van de boodschap ongewijzigd is
  3. Onweerlegbaarheid: Deelnemers kunnen hun deelname niet ontkennen