Hoofdstuk 2 Deel 1 Flashcards
Wat is codering?
De fysieke eigenheid van communicatie moet worden omgezet naar een digitale boodschap
Wat is decodering?
De digitale boodschap omzetten naar een vorm die verstaanbaar is voor de ontvanger
Wat is sampling?
Analoge trillingen moeten in samples gegoten worden
Wat is een analoog signaal?
Signaal met eindeloos veel schakeringen (continu signaal)
Wat is een digitaal signaal?
Een signaal dat slechts een beperkte waarde kan hebben afhankelijk van de fijnheid waarmee het signaal werd verkapt (discreet signaal)
Wat is statische informatie?
Geen tijdas, verspreid over tijd (foto, tekst,…)
Wat is dynamische informatie?
Wel een tijdscomponent (video, spraak)
Wat is entropie?
Informatie inhoud, onzekerheid
Het gemiddelde aantal optimale halveringsvragen (vragen met slechts twee antwoordmogelijkheden)
Hoe wordt entropie uitgedrukt?
In bit
Wat is een ASCII code?
American Standard Code for Information Interchange
-> Eén karakter wordt voorgesteld door 8 bit (halveringsvragen)
Wat is informatietheorie?
Optimale binaire vragen formuleren met als doel het gemiddeld aantal te reduceren tot het minimum
Wat is een byte?
Acht bit
Wat is compressie?
Gedigitaliseerde informatie op zo’n manier versleutelen dat we niet alle oorspronkelijke datapunten nodig hebben om het originele signaal terug te kunnen reconstrueren
Wat zijn twee vormen van compressie?
- Verliesloze compressie
2. Verlieslatende compressie
Wat is verliesloze compressie?
De originele boodschap wordt compacter opgeslagen zonder verlies van kwaliteit Bv. zip bestanden
Wat is verlieslatende compressie?
Kwaliteit blijft niet behouden, deel informatie gaat verloren, maar geheel blijft verstaanbaar voor bestemming Bv. MP3 bestanden, gesprek via GSM netwerk
Wat is versleuteling?
Toegangsbeperking beheren, verschillende vormen van beveiliging die aangebracht kunne worden aan een boodschap (encryptie)
Waar heeft versleuteling een belangrijke toepassing?
- Auteursrechtenbeheer
- Privacybeheer
- Overheidstoepassingen
Wat zijn eigenschappen van versleuteling?
- geheimhouding zorgt dat deelnemers zeker zijn dat geen derde partij inzage heeft in de inhoud van de communicatie
- Integriteit: garandeert dat de inhoud van de boodschap ongewijzigd is
- Onweerlegbaarheid: Deelnemers kunnen hun deelname niet ontkennen