Hoofdstuk 2 Deel 3 Flashcards

1
Q

Wat zijn format wars?

A

Strijd die plaatsvindt voor een marktstandaard ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom zijn open standaarden nodig?

A

Om technologieën met elkaar te kunnen doen interageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van open standaarden?

A
  1. Universaliteit
  2. Compatibiliteit
  3. Meer keuze
  4. Goedkoper aanbod
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het gevolg van gesloten standaarden?

A

Technologie is geïsoleerd en moeilijker te doorbreken, maar wel meer controle waardoor kwaliteit beter te controleren is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het ecosysteem?

A

Een verzameling actoren en technologieën die onderling waarde uitwisselen om op die manier een grotere meerwaarde voor de gebruiker te bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het voordeel van liberalisering en deregularisering?

A

Meer spelers kunnen de markt betreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het gevolg van liberalisering en deregularisering voor de consument?

A

Verhoogd aanbod aan diensten en tarieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het gevolg van liberalisering en deregularisering voor de aanbieders?

A

Toegenomen druk op diffusieprocessen en het terugwinnen van gemaakte kosten, winstmarges worden kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de tactiek van bedrijven door liberalisering en deregularisering?

A

Crossmediale strategie: niet langer binnen één laag van het medialandschap blijven, maar verspreiden over alle mogelijke lagen
Inzetten op niches (gefragmenteerde markt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is convergentie?

A

Het vervagen van grenzen met behoud van dezelfde taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke niveaus kan convergentie plaatsvinden?

A
  1. Macro: grenzen vervagen tussen traditioneel gescheiden sectoren en netwerken (sectorniveau)
  2. Meso: tussen bedrijven binnen eenzelfde sector, een bedrijf maakt veel verschillende dingen (bedrijfsniveau)
  3. Micro: toestellen en diensten schuiven steeds meer naar elkaar op (toestelniveau)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt de innovatiespiraal in?

A
  1. Er is verhoogde concurrentie
  2. Men probeert zich te onderscheiden door innovaties
  3. Ontstaan van veel concurrentie
  4. Nog meer innovatie en concurrentie
  5. Innovaties krijgen een kortere levenscyclus
  6. Enkel nog incrementele innovaties
  7. Meer falende innovaties op de markt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly