Hoofdstuk 2 Flashcards
Operating system (OS)
Systeemsoftware die computer hard- en software bronnen beheert en algemene service voor computerprogramma’s biedt.
CLI (afk.)
Command line interface
GUI
Graphical user interface
Shell
User interface
Kernel
Communicatie tussen hard- en software.
Hardware
Fysieke delen van een computer.
Console
Via een kabel in een toestel geraken.
of
bepaalde console kiezen:
switch(config)# -> switch(config-line)#
Secure shell (SSH)
Veilige CLI connectie.
Telnet
Onveilige CLI connectie. (wachtwoorden worden doorgestuurd als plain tekst)
Terminal emulation programs
Programma om via console, ssh of telnet te connecteren met een ander toestel.
User EXEC mode
Plek waar basis commando’s ingegeven kunnen worden in CLI. (“>”)
Privileged EXEC mode
Plek waar alle commando’s ingegeven kunnen worden in CLI (“#”)
Line configuration mode
Switch(config-line)#
Interface configuration mode
switch(config-if)#
Enable
inschakelen