Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Biologisch

A

1 iets te maken met biologie

2 eten zonder bestrijdingsmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Concentratie

A

Aandacht voor iets geven

2 de hoeveelheid stof in een andere stof zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De essentie

A

De meest belangrijktse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doorgaans

A

Gewoonlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De futilliteit

A

Een kleinigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heilzaam

A

Gezond ( voor lichaam en geest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het kroost

A

De kinderen van iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pleiten voor

A

Verdedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zich hardmaken voor

A

Zich inzetten voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het immuunsysteem

A

Het afweersysteem van je lichaam tegen ziektes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Desastreus

A

Rampzalig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Suggereren

A

Een idee voorstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Argeloos

A

Onschuldig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De consument

A

De koper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij hoog en laag

A

Met grote stelligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly