Hoofdstuk 1 Flashcards
1
Q
Roemen
A
Prijzen
2
Q
Alom
A
Overal
3
Q
De discipline
A
1 kracht om vol te houden
2 vakgebied
4
Q
Imiteren
A
Iemand nadoen
5
Q
Investeren
A
Tijd geld of iets anders aan iets besteden
6
Q
De focus
A
Concentratie
7
Q
Erop nahouden
A
Bezitten
8
Q
Het schoppen tot
A
Iets bereiken
9
Q
Uiterst
A
Heel erg
10
Q
Uitwijzen
A
Aantonen
11
Q
Op een voetstuk plaatsen
A
Bewonderen
12
Q
Het vermogen
A
De kracht
13
Q
Gerenommeerd
A
Bekend
14
Q
Revolutionair
A
Vernieuwend
15
Q
Typeren
A
Eigenschappen noemen die kenmerkend zijn voor iets of iemand