Hoofdstuk 2 Flashcards
Structureel model
Rondjes met pijltjes, waar het pijltje naar wijst geeft aan welke factor invloed heeft op welke factor (of beide).
structurele (of conceptuele) modellen representeren…
de verbanden tussen de variabelen die worden geanalyseerd.
meetmodellen representeren…
de operationalisaties van variabelen; ze illustreren de meetinstrumenten en manipulaties in een studie.
Design
De manier waarop de data worden verzameld.
Cross-sectioneel design
Als alle data per onderzoekseenheid (bijvoorbeeld een deelnemer) in één sessie worden verzameld.
Longitudinaal design
Als er per onderzoekseenheid meerdere meetmomenten zijn, bijvoorbeeld als alle deelnemers na een maand een tweede vragenlijst invullen.
attritie
Uitval van deelnemers tijdens onderzoek.
observationeel design
Er worden twee of meer variabelen gemeten, maar is er geen sprake van een manipulatie. De deelnemers worden dus niet beïnvloed.
experimenteel design
Bevat een of meerdere manipulaties en deelnemers worden dus beïnvloed. Een experimenteel design, of simpelweg experiment, is nodig om conclusies te trekken over de vraag of variabelen elkaar beïnvloeden, dat wil zeggen of er een causaal verband bestaat.
Een verband tussen twee variabelen noemen we causaal als aan drie voorwaarden wordt voldaan:
- De variabele die de invloed uitoefent, oftewel het causale antecedent, moet eerder in de tijd gemeten of gemanipuleerd worden dan de andere variabele, het causale consequent. De invloed moet namelijk tijd hebben om plaats te vinden.
- De variabelen moeten samenhangen.
- Dit verband kan niet verklaard worden door andere variabelen of externe invloeden.
causale antecedent
De variabele die de invloed uitoefent. Deze moet eerder in de tijd gemeten of gemanipuleerd worden dan de andere variabele.
causale consequent
De variabele die beïnvloed wordt.
confounders
Variabelen waarvan niet kan worden uitgesloten dat ze verantwoordelijk zijn voor de gevonden verbanden en meetwaarden in een studie.
randomisatie
Elke onderzoekseenheid (meestal een deelnemer) wordt willekeurig toegewezen aan één van de groepen in het experiment.
Condities
De groepen in een expiriment
Manipulatie
Als twee equivalente groepen een andere behandeling krijgen. Deze manipulatie is de operationalisatie van de variabele waarvan de onderzoeker de invloed wil onderzoeken.
Matching van condities
De poging om manipulaties zodanig te ontwikkelen dat deze equivalent zijn in alle aspecten behalve voor wat betreft de te manipuleren variabele. De term wordt gebruikt voor het genereren van condities die in alle opzichten, behalve de gemanipuleerde situaties hetzelfde zijn, maar ook voor het genereren van groepen deelnemers die op bepaalde factoren gelijk zijn (zoals zelfde leeftijdsverdeling of man-vrouwverhouding). In beide situaties is het doel hetzelfde: invloed van confounders uitsluiten.
Placebo
Verwachtingen van deelnemers over de effectiviteit van de behandeling zullen in alle condities dezelfde effecten hebben.
Blindering
Niet aan deelnemers vertellen in welke conditie ze zijn ingedeeld.
dubbelblind
Als deelnemers niet weten in welke conditie ze zijn ingedeeld en bovendien niet beïnvloed kunnen worden door onderzoekers.
Proefleiders
Mensen die de deelnemers begeleiden tijdens het experiment maar zelf niet weten welke condities allemaal bestaan, of welke theoretische verwachtingen bestaan over de condities.
quasi-experiment
Een studie waarbij deelnemers ingedeeld worden in groepen op basis van gemeten variabelen, zoals geslacht, leeftijd, extraversie of het geslacht van hun docent. Hierdoor is niet bekend welke variabelen nog meer verschillen tussen de groepen; er is namelijk geen randomisatie uitgevoerd om equivalente groepen te genereren. Wel kunnen bekende mogelijke confounders gemeten worden en kan geprobeerd worden om die gelijk over de groepen te verdelen.
hypothese
Een onderzoeksvraag die geformuleerd is als een stelling met een specifieke verwachting van de onderzoekers.
meta-analyses
Het integreren van evidentie uit meerdere studies.
effect size
De grootte van verschillen tussen groepen (of verbanden tussen variabelen).