Hoofdstuk 19A Flashcards
0
Q
Opem ferre
A
Hulp brengen
1
Q
Acer, cris, cre
A
Fel, scherp
2
Q
Constitui
A
Pf van constituere = besluiten
3
Q
Acurri
A
Pf van acurrere = komen aanrennen
4
Q
Tergum
A
Rug
5
Q
Invasi
A
Pf van invadere = aanvallen
6
Q
Invadere
A
Aanvallen
7
Q
Oppodum
A
(Vestiging)stad(je)
8
Q
Erupi
A
Pf van erumpere = uitbreken
9
Q
Urgere
A
In het nauw brengen
10
Q
Metuere
A
Vrezen
11
Q
Pauci
A
Enkel(e), weinig(e)
12
Q
Patere
A
Openstaan
13
Q
Irrupi
A
Pf van irrumpere = binnendringen
14
Q
Irrumpere
A
Binnendringen