Hoofdstuk 1.3 "begrippen" Flashcards

1
Q

Bezinken

A

Scheidingsmethode die wordt toegepast bij emulsies en suspensies. Berust op verschil in dichtheid: de stof met de grootste dichtheid zakt naar beneden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Indampen

A

Scheidingsmethode om een vaste stof uit een oplossing te halen. Berust op het verschil in kookpunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

centrifugeren

A

Scheidingsmethode die wordt toegepast bij emulsies en suspensies. Berust op verschil in dichtheid: de stof met de grootste dichtheid wordt naar buiten geslingerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

adsorberen

A

Het scheiden van stoffen door het gebruik van een adsorptiemiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Destillatie:

A

Scheidingsmethode die kan worden gebruikt voor homogene vloeistofmengsels. Het verschil in kookpunt van de bestanddelen moet minstens 20 °C zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Destillaat:

A

De opgevangen vloeistof die het gevolg is van destillatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Residu (filtraat)

A

Stof die na het filtreren achterblijft op het filter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Extractie:

A

Scheidingsmethode voor het scheiden van vaste stoffen. Berust op het verschil in oplosbaarheid van de bestanddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Scheidingsmethode:

A

Manier waarop je stoffen kunt scheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Filtreren:

A

Vaste deeltjes uit een vloeistof of gas halen, op basis van de korrelgrootte van de vaste deeltjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Adsorptie:

A

Scheidingsmethode die gebruikmaakt van een adsorptiemiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Extraheren:

A

Het scheiden van mengsels van vaste stoffen door gebruik te maken van het verschil in oplosbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Adsorptiemiddel:

A

Middel dat wordt gebruikt voor de scheidingsmethode adsorptie. Het middel heeft een enorm groot intern contactoppervlak, waar smaak- en kleurstoffen zich aan kunnen hechten. Een veelgebruikt adsorptiemiddel is actieve kool.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

residu (destillatie)

A

Vloeistof die na het destilleren in de kolf achterblijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Filtratie:

A

Scheidingsmethode om vaste deeltjes mee uit een vloeistof of een gas te halen. Berust op het verschil in korrelgrootte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

destilleren:

A

Het scheiden van homogene vloeistofmengsels door verhitting.

17
Q

Afschenken:

A

Proces waarbij je na het bezinken van zwaardere stoffen de bovenliggende vloeistof afgiet.

18
Q

Extractiemiddel:

A

Oplosmiddel dat wordt gebruikt voor extractie.