Hoofdstuk 13 Flashcards

1
Q

Wat zijn de vijf persoonlijkheidskenmerken die worden beschreven door de Big Five?

A

Openheid voor ervaring (Openness to experience) variatie vs routines
Consciëntieusheid (Conscientiousness) organizers vs. ongeorganiseerd
Self-disciplined VS weak-willed
Extraversie (Extraversion) sociaal vs individueel
Aangenaamheid (Agreeableness)trusting vs suspicious
Neuroticisme (Neuroticism) emotioneel stabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe beschreef Eysenck persoonlijkheid volgens zijn Biologische Eigenschapstheorie (biological trait theory)?

A

Eysenck beschreef persoonlijkheid volgens zijn Biologische Eigenschapstheorie als bestaande uit drie dimensies:

Extraversie/Introvertie (Extraversion/Introversion)
Emotioneel stabiel/Neurotisch (Emotionally stable/Neurotic) consistentie in emoties/ veel mood swings.
Hoge beheersing/Lage beheersing (oorspronkelijk psychotisme genoemd) (High Constraint/Low Constraint/Psychoticism)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe beïnvloedt Optimal Arousal persoonlijkheid volgens Biologische Eigenschapstheorie (biological trait theory)?

A

(a) Mensen die extravert zijn, hebben lagere basale niveaus van Arousal. Om optimaal te functioneren, zoeken ze spannende activiteiten. (b) Daarentegen hebben mensen die introvert zijn, hogere niveaus van Arousal. Om optimaal te functioneren, zoeken ze rustgevende activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het Behavioral Approach System (BAS) en welke functie heeft het in de hersenen?

A

Het Behavioral Approach System (BAS) is het hersensysteem dat betrokken is bij het nastreven van beloningen of prikkels dit is het “go-systeem”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het Behavioral Inhibition System (BIS) en welke rol speelt het in het brein?

A

Het Behavioral Inhibition System (BIS) is het hersensysteem dat de omgeving controleert op bedreigingen en daarom gedrag vertraagt of remt om waakzaam te zijn voor gevaar of pijn dit systeem is gevoelig voor straffen en wordt ook wel het “slow down systeem” genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het Fight-Flight-Freeze System (FFFS) en hoe reageert dit systeem op straf?

A

Het Fight-Flight-Freeze System (FFFS) is het hersensysteem dat reageert op straf door een organisme te sturen om te bevriezen, weg te rennen of zich defensief te verdedigen. Dit systeem wordt ook wel “stop or escape systeem” genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt persoonlijkheid volgens Rogers’s theorie beïnvloed en welke concepten zijn belangrijk?

A

Volgens Rogers’s theorie wordt persoonlijkheid beïnvloed door hoe we onszelf begrijpen en hoe anderen ons evalueren, wat leidt tot “voorwaardelijke eigenwaarde” affectie is afhankelijk van bepaald acceptabel gedrag (conditions of worth) of “onvoorwaardelijke positieve waardering” affectie krijg je onvoorwaardelijk (unconditional positive regard).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt Julian Rotter over de beïnvloeding van verwachtingen (expectancies) en waarde (value) op gedrag?

A

Volgens Julian Rotter wordt het gedrag van een student beïnvloed door zijn “verwachtingen” over het resultaat van zijn acties en de “waarde” die hij toekent aan deze resultaten. Deze factoren bepalen of de student ervoor kiest om te blijven studeren of uit te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt bedoeld met “Locus of Control,” en wat is het verschil tussen een interne en externe locus van controle?

A

“Locus of Control” verwijst naar hoeveel controle mensen geloven te hebben over wat er in hun leven gebeurt. Mensen met een “interne locus van controle” geloven dat ze hun eigen beloningen tot stand brengen. Mensen met een “externe locus van controle” geloven dat beloningen, en dus hun persoonlijke lot, het gevolg zijn van krachten buiten hun controle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe beschrijft Bandura’s theorie van Reciprocal Determinism de factoren die persoonlijkheid beïnvloeden, en welke zijn deze?

A

Bandura stelt dat drie factoren op elkaar inwerken om persoonlijkheid te beïnvloeden: omgeving, persoonsfactoren en gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dennis gaf het klamme weer en de insecten de schuld van de ongelukkige afloop van zijn picknickdate met Ronald. Heeft Dennis een interne of externe locus van controle?

A

Dennis heeft een externe locus van controle. Hij gelooft dat factoren buiten zijn controle de uitkomst van de date hebben bepaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is situationisme in de context van persoonlijkheidstheorie?

A

Situationisme is de theorie die stelt dat gedrag meer wordt bepaald door situaties dan door persoonlijkheidstrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt interactionisme in als het gaat om persoonlijkheidstheorie?

A

Interactionisme is de theorie die stelt dat gedrag gezamenlijk wordt bepaald door zowel situaties als onderliggende persoonlijke eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe beïnvloedt een sterke situatie, zoals een begrafenis, doorgaans de uitingen van persoonlijkheidsgedrag?

A

Een sterke situatie, zoals een begrafenis, heeft doorgaans de neiging om uitingen van persoonlijkheid te ontmoedigen of te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe beïnvloedt een zwakke situatie, zoals tijd doorbrengen met vrienden, doorgaans het gedrag van mensen?

A

Een zwakke situatie, zoals tijd doorbrengen met vrienden, heeft doorgaans de neiging om mensen vrijer gedrag te laten vertonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom zouden twee mensen die aanzienlijk verschillen in extraversie vergelijkbaar gedrag kunnen vertonen tijdens een huwelijksceremonie?

A

Een huwelijksceremonie is een sterke situatie waarin sociale normen individuele persoonlijkheidsverschillen kunnen verhullen.

17
Q

Wat zijn idiografische benaderingen in persoonlijkheidsonderzoek en waar richten ze zich op?

A

Idiografische benaderingen zijn persoonsgerichte benaderingen om persoonlijkheid te beoordelen. Ze richten zich op individuele levens en hoe verschillende kenmerken worden geïntegreerd in unieke personen.

18
Q

Wat zijn nomothetische benaderingen in persoonlijkheidsonderzoek en waar richten ze zich op?

A

Nomothetische benaderingen zijn benaderingen om persoonlijkheid te beoordelen die zich richten op variatie in gemeenschappelijke kenmerken van persoon tot persoon.

19
Q

Wat is het zelfconcept?

A

Het zelfconcept is een web van informatie die je kent en gelooft over jezelf. Voorbeelden van informatie die erin kunnen worden opgenomen, zijn geslacht, leeftijd, studentenstatus en interpersoonlijke stijl.

20
Q

Wat is een zelf-schema?

A

Een zelf-schema is een geïntegreerde set van herinneringen, overtuigingen en generalisaties over onszelf. Het helpt ons efficiënt informatie met betrekking tot onszelf waarnemen, organiseren, interpreteren en gebruiken. Ook helpt het bij het filteren van informatie die op onszelf betrekking heeft.

21
Q

Wat wordt bedoeld met het begrip “werkend zelfconcept,” zoals beschreven door de psycholoog Hazel Markus, en hoe verschuift het in verschillende situaties?

A

Het “werkend zelfconcept” is dat deel van het zelfconcept dat beschikbaar is tijdens onmiddellijke ervaring. Het verschuift lichtjes van situatie tot situatie, aangezien verschillende aspecten van het zelf meer of minder relevant worden.

22
Q

Wat is self-esteem?

A

Is de emotionele reactie van de mens op de vragen: “Ben ik waardig of onwaardig?” en “Ben ik goed of slecht?”.

23
Q

Volgens de sociometert-heorie is self-esteem de maatstaf die de mate meet waarin mensen geloven dat ze worden opgenomen of buitengesloten in een sociale groep. Wat zijn de twee stellingen die deze theorie bevestigen?

A

(a) Als de waarschijnlijkheid van afwijzing laag lijkt, zal iemands self-esteem doorgaans hoog zijn. (b) Als de waarschijnlijkheid van afwijzing hoog lijkt, zal iemands self-esteem doorgaans laag zijn.

24
Q

Wat is social comparison, en waar verwijst dit begrip naar?

A

social comparison verwijst naar de neiging van mensen om hun eigen handelingen, vaardigheden en overtuigingen te beoordelen door deze te vergelijken met die van andere mensen.

25
Q

Wat is self-serving bias?

A

self-serving bias is de neiging van mensen om persoonlijke successen aan zichzelf toe te schrijven, maar falen toe te schrijven aan externe factoren.

26
Q

Wat zijn de verschillende voordelen van het maken van opwaartse vergelijkingen (Upward comparisons) ten opzichte van neerwaartse vergelijkingen (Downward comparisons)?

A

Opwaartse vergelijkingen (Upward comparisons) kunnen ons zich slecht laten voelen, maar ze bieden waardevolle informatie. Neerwaartse vergelijkingen (Downward comparisons) kunnen ons een goed gevoel geven, maar bieden geen leermogelijkheid.

27
Q

Waaruit bestaat de revised reinforcement sensitivity theory van Jeffrey gray (rRST)

A

Behavioral approach system (BAS), Behavioral inhibition system (BIS) en het Fight-flight-freeze systeem (FFFS).