Hoofdstuk 12 Flashcards
de bewolking
cloud cover
het blad
leaf
de boom
tree
de lucht
sky
de paraplu
umbrella
de schaduw
shadow
de storm
storm
de verte
distance (further)
de wolk
cloud
bedoelen
(to) mean
hopen
(to) hope
stormen
(to) storm
wennen
(to) get used to
alle
all
bewolkt
cloudy
donker
dark
heet
hot
koel
cool
omdat
because
ongeveer
about (average)
zonnig
sunny
de bliksem
lightning
de bui
shower (of rain, snow or hail)
de donder
thunder
de graad
degree (celsius)
de hagel
hail
de kans
chance
de mist
fog
de neerslag
precipitation (rain, snow, hail…)
het onweer
thunderstorm
de periode
period (of time)
de sneeuw
snow
het strand
beach
de temperatuur
temperature
de thermometer
thermometer
het weerbericht
weather forecast
de windkracht
wind force (speed)
de zee
sea
meten
(to) measure
fris
fresh (nice cool weather)
zoals
as (like)
de atlas
atlas (maps)
het gras
grass
de hemel
heaven (the sky above clouds)
de herst
autumn
het jaargetijde
time of the year
de lente
spring
het seizoen
season
de wereld
world
de winter
winter
de zomer
summer
groeien
(to) grow
ontstaan
(to) arise
sneeuwen
(to) snow
uitkomen
(to) hatch (come out)
verlangen
(to) desire
verwachten
(to) expect
vriezen
(to) freeze
plaatselijk
local
het gebied
area
het ijs
ice
de omgeving
environment
de rivier
river
de streek
region (smaller)
de titel
title
de warmte
warmth
beschermen
(to) protect
dreigen
(to) threaten
hagelen
(to) hail
voorkomen
(to) prevent
zakken
(to) fail
alles
everything
bijvoorbeld
for example
glad
slippery
namelijk
namely
onder andere
among other things
zo’n
?one of those?
