Hoofdstuk 11: psychosen

Question 1

Psychose

Answer 1

Een psychiatrische stoornis waarbij het contact met de realiteit verstoord is.

Moeilijk om onderscheidt te maken tissen binnen- en buitenwereld

Question 2

Positieve symptomen

Schizofrenie

Answer 2

Situeren zich in de acute fase.

Vb. hallucinaties

Question 3

Negatieve symptomen

Schizofrenie

Answer 3

Treden op in de ‘rustfase’.

Vb. gedachten- of spraakarmoede

Question 4

Schizofreniforme stoornis

Answer 4

Een stoornis gelijkende op schizofrenie.

Wanneer de symptomen minder dan 6 maanden aanwezig zijn

Question 5

Wanen

Answer 5

Verkeerde interpretatie van de werkelijkheid.

Question 6

Hallucinatie

Answer 6

Verstoorde waarneming van de werkelijkheid.

Question 7

Gedesorganiseerde schizofrenie

Subtypes in de schizofrene stoornissen

Answer 7

Onsamenhangend denken en spreken staan op de voorgrond.

Chaotische vorm

Question 8

Katatone type

Subtypes in de schizofrene stoornissen

Answer 8

Kunnen zich niet meer bewegen. De schizofrenie uit zich in spierverstijving of algehele remmingsverschijnselen.

Question 9

Ongedifferentieerd type

Subtypes in de schizofrene stoornissen

Answer 9

Sprake van een schizofrene stoornis, zonder duidelijk kenmerken van de andere types.

Question 10

Resttype

Subtypes in de schizofrene stoornissen

Answer 10

Dit is iemand die compleet in hun eigen realiteit zit, zonder contact/bewustzijn van de omgevinde.

Kunnen niet meer functioneren in de maatschappij

Question 11

Erotomanie

Type waanstoornis

Answer 11

De persoon is ervan overtuigd dat iemand verliefd op hem/haar is.