Hoofdstuk 1: the body Flashcards
Body systems
In welke 2 subgroepen wordt het skelet verdeelt?
- het axiale skelet
2. het appendiculair skelet
Waaruit bestaat het axiaal skelet?
schedel(cranium)
wervelkolom
ribben
sternum
waaruit bestaat het appendiculaire skelet
onderste en bovenste ledenmaten
Waaruit bestaat het skelet?
kraakbeen en botten
Waaruit bestaat kraakbeen?
Kraakbeen bestaat uit een avasculaire vorm van bindweefsel, dat bestaat uit extracellulaire vezels verwikkelt in een matrix dat cellen bevat gelokaliseerd in kleine holtes.
Hoe ziet het kraakbeen eruit in zwaar belaste gebieden die onderhevig zijn aan trekkrachten?
De hoeveelheid collageen is sterk toegenomen en het kraakbeen is bijna onrekbaar
Wat is collageen?
Een lijmvormig eiwit dat een belangrijke rol speelt in het bindweefsel en mede de extracellulaire matrix vormt
Hoe ziet het kraakbeen eruit in gebieden die minder belast zijn?
Er is meer elastisch vezel en minder collageen vezel
Wat zijn de 3 functies van kraakbeen?
- Het ondersteunen van zachtweefsel
- Gewrichtsvlakken vrijwel zonder wrijving over elkaar heen laten glijden
- Het mogelijk maken van de groei van lange boten
Wat zijn de 3 type kraakbeen?
Hyalien kraakbeen
Elastisch Kraakbeen
Fibreus/vezellig kraakbeen
Hyalien Kraakbeen
Meest voorkomend, bevat een middelmatige hoeveelheid collageen vezels
Elastiche Kraakbeen
Bevat collageen vezels en veel elastische vezels
fibreus/vezellig Kraakbeen
De matrix bevat een beperkt aantal cellen en heeft een aanzienlijke hoeveelheid collageen vezel
Noem de voorbeelden bij:
cartilago hyalina
cartilago elastica
cartilago fibrosa
- gewrichtsoppervlakken van botten
- oorlel
- tussenwervelschijven
Kraakbeen word gevoed door…
Diffusie
Kraakbeen heeft geen…..
Bloedvaten, zenuwen of lymfevaten
Wat is bot?
Bot is een verkalkt, levend bindweefsel dat het grootste deel van het skelet vormt
Waaruit bestaat bot?
Levend bindweefsel, verkalkte matrix, calciumfosfaat, collageenvezels, verschillende cellen
Noem de 5 functies van botten:
- Ondersteunen lichaamsstructuren
- Beschermen vitale organen
- Opslag calciumfosfaat
- Beweging generen in samenwerking met de spieren
- Bevat bloed producerende cellen ( in het merg worden rode en witte bloedcellen aangemaakt
Noem de 2 type bot en leg uit:
- Compact bot: dichtgebonden bindweefsel, vormt de buitenste schil van alle botten en omringd het spongieus bot.
- spongieus bot: Bestaat uit kleine gaatjes, holtes als het ware waar het beenberg zit dat de bloed producerende cellen bevat
Noem de 5 vormen van bot en de voorbeelden
- Lange botten: zijn buisvormig
- korte botten: kubusvormig
- platte botten: bestaan uit 2 compacte platen die uit elkaar worden gehouden door sponsig bot.
- onregelmatige botten: botten met verschillende vormen
- sesamoide botten: Ronde ovale botten, die zich ontwikkelen in de pezen
Noem de 5 vormen van bot hun voorbeelden
- Lange botten: zijn buisvormig- humerus(boven arm), femur(bovenbeen)
- korte botten: kubusvormig- pols en enkel
- platte botten: bestaan uit 2 compacte platen die uit elkaar worden gehouden door sponsig bot- schedel(cranius)
- onregelmatige botten: botten met verschillende vormen- boten in het gezicht
- sesamoide botten: Ronde ovale botten, die zich ontwikkelen in de pezen- kniekap (werken als katrollen waar pezen over heen kunnen glijden)
Vertel wat over de zenuwen en bleodvaten in botten?
- Boten zijn vasculair en middels een aangrenzende slagader die vertakt in een voedingsslagader en rechtstreeks de interne holte van het bot in gaat wordt het bot voorzien van voedingstoffen.
- Boten worden geënerveerd
Interne holte bot
De interne holte bestaat uit de binnenste lagen van het compact bot, oftewel het sponsachtig bot waar ook het merg zit.
Het periosteum
Het periosteum(beenvlies) is een vezelig bindweefsel membraan dat het bot uitwendig bedekt, behalve in het gebied van een gewricht waar gewrichtskraakbeen aanwezig is. Het periosteum ontvangt bloedvaten waarvan de takken de buitenste lagen van het compacte bot voeden. Een bot zonder periosteum zal het niet overleven. Ook heeft het periosteum het vermogen nieuw bot te vormen.
Zenuwen botten
Zenuwen vergezellen de bloedvaten die het bot via het periosteum voeden.
De meeste zenuwen die met de voedingsslagader de interne holte ingaan zijn vasomotorische zenuwvezels die de bloedstroom reguleren.
Bot zelf heeft weinig sensorische zenuwvezels.
Maar het periosteum wel en is erg gevoelig.
Ontwikkeling botten, noem de 2 wegen en waar alle botten van afkomstig zijn
Alle botten zijn afkomstig uit het mesenchym ( embryonaal bindweefsel)
- endochondrale ossificatie (bot vorming vindt plaats vanuit het kraakbeen na de geboorte)
- intramembrane ossificatie (bot vorming vindt plaats vanuit omringend bindweefsel in het embryonale stadium)
Gewricht
Plaats waar 2 skeletalt uiteinde bij elkaar komen
2 soorten gewrichten
- synoviale gewrichten
2. solide gewrichten
synoviaal gewricht
De skelet elementen worden uit elkaar gehouden door een gewrichtsholte (articular cavity)
Solide gewricht
De skeletelementen worden bij elkaar gehouden door bindweefsel
2 kenmerken van synoviale gewrichten
- Een laag hyalien kraakbeen, bedekt de uiteinde van de botten, waardoor ze elkaar niet direct aanraken en het op röntgenfoto’s lijkt alsof er een gat zit tussen 2 botten.
- Een synoviaal gewricht heeft een gewrichtscapsule dat bestaat uit een binnenst synoviaal membraan en een buitenst fibreus membraan
Synoviaal membraan van het synoviale gewricht ligging
Het synoviale membraan hecht zich aan de randen van de gewrichtsoppervlakken op het grensvlak tussen het kraakbeen en het bot. Het omsluit de articular cavity.
werking synoviaal membraan van het synoviale gewricht
het synoviale membraan is zeer vasculair en produceert synoviaal vocht wat de articular cavity in sijpelt en de articulerende/aangrenzende oppervlakken smeert en wrijving tussen botten voorkomt.
synoviale bursae
Gesloten zakjes synoviaal membraan dat buiten het gewricht tussen bijvoorbeeld
- pezen en botten
- pezen en gewrichten
- huid en botten
tendo schede/peesschden
Omhulsen pezen en verminderen daardoor frictie, zijn ook zakjes synoviaal membraan buiten het gewricht.
fibreus membraan
Bestaat uit dicht bindweefsel en omringd/stabiliseert het gewricht. Het kan ook dikker worden en zelfs ligamenten vormen, die het gewricht nog verder stabiliseren
ligament
gewrichtsbanden
Extra structuren die aanwezig kunnen zijn bij synoviale gewricht binnen de articular cavity of synoviaal membraan.
- Discus articularis (gewrichtsschijven/fibrokraakbeen):
- absorberen compressie krachten
- passen zich tijdens bewegen aan, aan de verandering in contouren van gewrichtsvlakken
- vergroot het bewegingsgebruik bij gewrichten - Vetkussentjes/fat pads ( corpus addiposum): komen voor tussen het synoviale membraan en de gewrichtscapsule, bewegen in en uit gebieden waneer gewrichtsomtrek veranderen.
Dit maakt allemaal zorgt voor grote bewegingen in de gewrichten
Synoviale gewrichten op vorm
- plane/vlak(plat)
- hinge/scharnier
- pivot/rol
- bicondylair
- condylair/ellipsoïd
- saddle/zadel
- ball and socket/ kogel
synodale gewrichten op beweging
- uniaxiaal
- biaxiaal
- multiaxiaal
solide gewrichten
Zijn verbindingen tussen 2 skelet uiteinde waarbij de aangrenzende oppervlakken met elkaar verbonden zijn door: fibreus weefsel (vezelachtig bindweefsel) of kraakbeen/fibro cartilage (vezelkraakbeen)
De beweging hier is beperkter als bij synoviale gewrichten
Noem 3 soorten fibreus gewrichten (afgeleid van solide gewrichten)
- sutures: komen voor in het schedel waar aangrenzende botten zijn verbonden, door een dunne laag bindweefsel genaamd het sutural ligament.
- Gomphoses: komen alleen voor tussen de tanden en het aangrenzende bot, in deze gewrichten lopen korte vezels van collageenweefsels die het paradontale ligament vormen lopen van de tandwortel tot het ‘bone socket’
- Syndesmoses: zijn gewrochten waarbij 2 aangrenzende botten met elkaar verbonden zijn door een ligament.
bv het ligamentum flavus die aangrenzende vertebrae laminae verbindt
bv het interosseous membraan die de radius en ulna verbindt.
Noem 3 soorten fibreus gewrichten (afgeleid van solide gewrichten)
- Sutures: komen voor in het schedel waar aangrenzende botten zijn verbonden, door een dunne laag bindweefsel genaamd het sutural ligament.
- Gomphoses: komen alleen voor tussen de tanden en het aangrenzende bot, in deze gewrichten lopen korte vezels van collageenweefsels die het paradontale ligament vormen en lopen van de tandwortel tot de ‘bone socket’
- Syndesmoses: Zijn gewrichten waarbij 2 aangrenzende botten met elkaar verbonden zijn door een ligament
Noem 2 voorbeelden van Syndesmoses
- het ligamentum flavum die aangrenzende vertebral laminae verbindt
- Het interosseous membraan die de radius en de ulna in de voorarm verbindt.
Noem 2 soorten Cartilaginous gewricht
- Synchrondoses: Vindt plaats bij een bot in ontwikkeling waarbij 2 ossificatie centra in een ontwikkelend bot gescheiden blijven door een laag kraakbeen.
bijv. de groeiplaat die zich bevindt tussen het hoofd en de schacht van een lang bot dat ontwikkeld, uiteindelijk verhard/verbeend het gewricht (ossificeerd)
Noem 2 soorten Cartilaginous gewricht
- Synchrondoses: Vindt plaats bij een bot in ontwikkeling waarbij 2 ossificatie centra in een ontwikkelend bot gescheiden blijven door een laag kraakbeen.
bijv. de groeiplaat die zich bevindt tussen het hoofd en de schacht van een lang bot dat ontwikkeld, uiteindelijk verhard/verbeend het gewricht (ossificeerd) - Symphyses: dit treedt op wanneer 2 afzonderlijke botten met elkaar verbonden zijn door kraakbeen. De meeste van dit soort gewrichten komen voor in het midden van het midsagitale vlak
Noem 2 voorbeelden van symphyses
- de pubic symphys tussen 2 pelvic bones
2. de intervertebral discs tussen 2 aangrenzende vertebrae
Waaruit bestaat je huid?
Je huid is het grootste orgaan van je lichaam en bestaat uit de dermis en epidermis
Epidermis
- Buitenste cellulaire laag van gestratificeerd plaveis epitheel, wat vasculair is en varieert in dikte.
Dermis
En dik bed van vasculair bindweefsel
5 functies huid
- Mechanische barriere
- permeabele barriere
- sensorisch
- warmteregulerend
- primair immuun response intieren
Fascia
Is een bindweefsel dat verschillende hoeveelheid vet bevat
5 Functies fascia
- Scheiden organen en structuren
- Ondersteunen organen en structuren
- Het met elkaar verbinden van organen en structuren
- Beweging van de ene structuur t.o.v. de andere structuur mogelijk maken
- De doorvoer van vaten en zenuwen van het ene gebied naar het andere gebied mogelijk maken
2 soorten fascia
oppervlakkig/superficial en fascia
diep fascia
superficial/oppervlakig (subcataneous) fascia vorm en locatie
Is vastgemaakt aan de dermis van de huid. het bestaat uit los bindweefsel dat meestal een grote hoeveelheid vet bevat. De dikte varieert aanzienlijk per lichaamsdeel en persoon.
functies superficial/oppervlakig (subcataneous) fascia 3
- Maakt beweging van de huid over diepere delen van het lichaam mogelijk
- Dient als kanaal voor bloedvaten en zenuwen die van en naar de huid stromen
- Dient als energie (vet) reservoir
Diepe fascia vorm en locatie
Bestaat meestal uit dicht georganiseerd bindweefsel. de buitenste laag van de diepe fascia is bevestigd aan het diepe oppervlak van de oppervlakkige fascia. En vormt een dunne vezelachtige bedekking over het grootste deel van het diepere deel van het lichaam.
Diepe fascia functie 4
- Binnenwaartse verlengingen van deze diepe fascia vormen ‘intramusculair septa’ die spiergroepen met vergelijkbare functies of innervaties compartimenten
- Andere delen van deze diepe fascia vormen de investerende fascia en omringen individuele spieren en groepen vaten/ zenuwen
- Bij sommige gewrichten wordt de diepe fascia dikker en vormt zich retinacula, deze fasciale retinacula houden pezen op hun plaats en voorkomen dat ze buigen tijdens beweging op de gewrichten.
- extraperitoneale fascia, scheidt het membraan langs de buikholte (pariëtale peritoneum) van de fascia die het diepe oppervlak van de spieren van de buikwand bedekt (de transversale fascia)
een soort gelijk fascia in de thorax wordt de endothoracale fascia genoemd
3 type spieren
- skelet spieren (meest voorkomend)
- gladde spieren
- hartspieren
3 kenmerken van spieren
- vrijwillig of onvrijwillig gecontroleerd
- gestreept(striated) of glad
- geassocieerd worden met de lichaamswand (somatisch) dus onder controle van de wil. Of geassocieerd worden met organen en bloedvaten (visceraal) niet onder controle van de wil.
skeletspieren kenmerken 5
- Vormt grootste deel spierweefsel in het lichaam
- Bestaat uit parallelle bundels van lange meerkernigevezels (multinucleated) met transversale strepen
- Is in staat tot krachtige contracties
- Wordt geënerveerd door somatische en bronchiale motorische zenuwen
- Deze spier wordt gebruikt om botten en andere structuren te bewegen en geeft ondersteuning en vorm aan het lichaam
individuele skelet spieren worden vaak genoemd op basis van…. en geef een voorbeeld
- vorm: rhomboid/ruitvormige grote spier
- aanhechting: sternohyoid spier
- functie: Flexor pollicis longus spier
- positie: palmaire intercostale spier
- vezelorientatie: externe schuine/oblique spier
cardiac/hart spier vorm
- dwarsgestreept
- bestaat uit een vertakt netwerk van afzonderlijke cellen die elektrisch en mechanisch zijn verbonden om als eenheid te werken
cardiac/hart spier locatie
wordt alleen aangetroffen in wanden van het hart (myocardium) en in enkele van de grote bloedvaten, dichtbij waar ze zich bij het hart voegen.
cardiac/hart spier innovatie
wordt geënerveerd door viscerale motorische zenuwen
cardiac/hart spier samentrekking
de samentrekking is minder krachtig dan die van de skeletspieren en het si bestand tegen vermoeidheid
Gladde spieren (afwezigheid van strepen) vorm
Bestaan uit langwerpige of spiesvormige vezels die in staat zijn tot langzame en aanhoudende contracties
Gladde spieren (afwezigheid van strepen) locatie
gladde spieren zitten in de wanden van bloedvaten (tunica media), bij haarzakjes in de huid, oogbal, en in de wanden van de volgende systemen:
- gastrointestinaal
- respiratoire
- genitourinary
- urogestinal
Gladde spieren (afwezigheid van strepen) innervatie
worden geënerveerd door viscerale motorische zenuwen