hoofdstuk 1: the body Flashcards
wat is anatomy
Wat is anatomie?
Anatomie gaat over delen van het lichaam die met het blote oog gezien kunnen worden of met een microscoop. En het geeft artsen begrip in de ziekte van patiënten.
Wat is macroscopische anatomie?
Dat wat gezien kan worden met het blote oog.
Wat is microscopische anatomie (histologie)?
Het bestuderen van cellen en weefsels met een microscoop.
Anatomie Latijnse benaming=
temnein (to cut)
Noem 2 aanpakken om de anatomie te bestuderen.
- Regionale aanpak
2. systematische aanpak
Leg de regionale aanpak van de anatomie uit.
Een bepaalde streek in het lichaam wordt apart bestudeert en alle aspecten in die streek worden tegelijkertijd bestudeert.
Noem een voorbeeld van de regionale aanpak.
Het bestuderen van de thorax, hier worden dan de zenuwen, boten, vaten en spieren in deze regio tegelijkertijd bestudeert.
Leg de systematische aanpak van de anatomie uit.
Elk systeem van het lichaam wordt apart bestudeert over het gehele lichaam.
Noem ene voorbeeld van de systematische aanpak.
- Het cardiovasculaire systeem: hart en bloedvaten
2. het nerveus system: brein, zenuwen, ruggengraat
Noem de 4 kenmerken van de anatomische positie.
- De voeten staan naast elkaar.
- Handen aan de zij met de palmen naar voren gericht en de duim 90 graden gedraaid van de rest van de vingers.
- Gezicht naar voren en mond gesloten.
- Het jukbeen is op dezelfde hoogte (horizontaal) als de opening van het oor.
Noem de 3 anatomische vlakken.
- Coronaal vlak (verticaal)
- Sagitaal vlak (verticaal)
- Transversaal, horizontaal, axiaal vlak
Leg het coronaal vlak uit.
Verdeelt het lichaam verticaal in voor en achter.
Anterieur (voor) en posterieur (achter).
Leg het sagitaal vlak uit.
Verdeelt het lichaam verticaal in links en rechts.
Midsagitaal is precies het midden van het lichaam verticaal gezien.
Leg het transversaal, horizontaal, axiaal vlak uit.
Verdeelt het lichaam in superieur (boven en inferieur (beneden)
Anterieur (ventraal)
Voorkant van het lichaam
Posterieur (dorsaal)
Achterkant van het lichaam
Mediaal
Meer naar het midden toe
Lateraal
Meer naar de zijkant toe van het lichaam
Superieur
Boven een ander deel
Inferieur
Onder een ander deel
Proximaal
Dichterbij het lichaamscentrum
Distaal
Verder weg van het lichaamscentrum
Craniaal
Richting het hoofd
Caudaal
Richting de staart
Rostraal
Aan de kant van de neus
Occipitaal
Achterzijde van het hoofd
Superficiaal
Oppervlakkig
Deep
Diep in het lichaam
Neus
Anterieur (ventraal)
Wervelkolom
posterieur (ventraal)
De neus is…. t.o.v. de oren
Anterieur
De wervelkolom is….. t.o.v. het sternum
Posterieur
De duim is…. t.o.v. de kleine vinger
Lateraal
De neus is… t.o.v. de ogen
Mediaal
Het hoofd is… t.o.v. de schouders
Superieur
Het kniegewricht is…. t.o.v. het heupgewricht
Inferieur
De hand is… t.o.v. de elleboog
Distaal
Het glenohumeraal gewricht is…. t.o.v. de elleboog
Proximaal
Het voorbrein is…. t.o.v. het achterbrein
Rostraal
Het sternum is… t.o.v. het hart
Superficiaal
De maag is… t.o.v. de abdominale wand
Diep
Superficial regio’s zijn: 3
Huid, superficial fascia, mammary glands
Diepe structuren zijn: 2
Skeletale spieren, viscera