Hoofdstuk 1 - Introductie Flashcards

Over klinische psychologie en 'abnormaal' gedrag

1
Q

Welke twee soorten psychologie onderscheiden ze in het boek? Leg uit.

A

Basisdisciplines, waaronder psychologische functieleer (cognitieve psychologie), ontwikkelingspsychologie, sociale psychologie (gedragsleer), persoonlijkheidspsychologie, methodenleer

Toepassingsgerichte disciplines, waaronder klinische en gezondheidspsychologie, arbeids- en organisatiepsychologie en onderwijspsychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is klinische psychologie?

A

Kern wordt gevormd door psychische stoornissen. Wordt ook wel abnormal psychology genoemd. Houdt zich bezig met gedrag dat afwijkt van een bepaalde norm. Afwijkingen die lastig zijn voor de persoon en/of zijn/haar omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen persoonlijkheidspsychologie en klinische psychologie?

A

Persoonlijkheidspsychologen bestuderen de verschillen tussen mensen op het gebied van capaciteiten en eigenschappen in het algemeen. Wanneer er problemen ontstaan door die capaciteiten (of het gebrek eraan) en eigenschappen dan is het een aandachtsgebied van de klinische psychologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop kunnen afwijkingen van de norm betrekking hebben? Leg uit (Hoog over 2 zaken)

A

Op het individu - sprake van afwijkend gedrag, afwijkende gedachten en afwijkende belevingen of een combinatie.
Op de relaties met anderen - afwijkingen van wat normaal is binnen relaties, hebben weer invloed op gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is essentieel voor de klinische psychologie om abnormale gedragingen, gevoelens en gedachten te kunnen duiden?

A

Om te weten wat normaal is. Daarom zijn de basisdisciplines zo belangrijk. Als je niet weet wat normaal is, weet je ook niet wat afwijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen een klinisch psycholoog en een psychiater?

A
  • Opleiding - psychologie vs geneeskunde
  • Psychologen zijn vaak beter onderlegd in methodologisch opzicht
  • Psychiaters weten meer van de biologische aspecten van mentale stoornissen en mogen psychofarma voorschrijven aan patienten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke aspecten van abnormaal gedrag zijn er waarnaar gekeken wordt om te bepalen of er sprake is van een psychische stoornis? Leg uit.

A

Persoonlijk lijden
De (dis) functionaliteit van gedrag
Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
Onvoorspelbaarheid en controleverlies
Opvallend en onconventioneel gedrag
Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweeg brengt
Het overtreden van morele normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met persoonlijk lijden en waarom het 1 van de aspecten is waarnaar gekeken wordt bij het bepalen van abnormaal gedrag?

A

Persoonlijk lijden - bij veel psychische stoornissen lijdt de persoon erg onder de problemen, dat hoeft echter niet. (iemand denkt dat hij Napoleon is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met (dis) functionaliteit van gedrag en waarom het 1 van de aspecten is waarnaar gekeken wordt bij het bepalen van abnormaal gedrag?

A

De (dis) functionaliteit van gedrag - In hoeverre belemmeren gedragingen het individuele functioneren beroepsmatig en bevredigende relaties met andere te onderhouden. Verhindert dat een persoon zijn/haar doelen bereikt. Of omdat het het welbevinden en het functioneren van andere verstoort.
Niet alles wat het functioneren van een ander ontregelt, is een symptoom van een psychische stoornis, bijv. inbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met irrationeel en onbegrijpelijk gedrag en waarom het 1 van de aspecten is waarnaar gekeken wordt bij het bepalen van abnormaal gedrag?

A

Als mensen geen logica of zin kunnen ontdekken, zijn zij geneigd die ander als abnormaal te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met Onvoorspelbaarheid en controleverlies en waarom het 1 van de aspecten is waarnaar gekeken wordt bij het bepalen van abnormaal gedrag?

A

Mensen hebben behoefte aan beheersing van hun omgeving en hun eigen leven. Dit kan alleen ontstaan als gedrag van anderen enigszins voorspelbaar is. In een onvoorspelbare omgeving zullen velen zich kwetsbaar en bedreigd voelen. Met name als onvoorspelbaar gedrag van een ander het gevolg lijkt van controleverlies, kunnen gevoelens van dreiging ontstaan. Hoe abnormaal dit wordt gezien, hangt af van de situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke twee situaties zijn er waarin gedrag snel als controleverlies of verlies van zelfbeheersing zal worden geinterpreteerd?

A
  1. Situaties waarin de sociale regels die gewoonlijk het gedrag van een persoon sturen plotseling niet meer werkzaam zijn. (iemand die normaal heel rustig is, vliegt iemand aan)
  2. Situaties waarin de toeschouwer de oorzaak of aanleiding van het gedrag niet kent en op dat moment ook niet kan achterhalen. (bijv. een vrouw die schreeuwend door een winkelstraat komt rennen zonder jas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met opvallend en onconventioneel gedrag en waarom het 1 van de aspecten is waarnaar gekeken wordt bij het bepalen van abnormaal gedrag?

A

Mensen kiezen vaak hun eigen gedrag als maatstaf bij het bepalen of gedrag ‘abnormaal’ is. Als mensen opvallend gedrag ook sociaal onwenselijk achten, zijn zij geneigd dit gedrag als pathologisch te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweeg brengt en waarom het 1 van de aspecten is waarnaar gekeken wordt bij het bepalen van abnormaal gedrag?

A

Als iemand gedrag vertoont dat ongeschreven regels in een bepaalde cultuur overtreedt, kan dat een gevoel van ongemak oproepen. (observer discomfort) Het gaat hier om impliciete regels, restregels, die worden overtreden, bijv kijk je iemand in de ogen, hoe dicht sta je bij iemand, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een restregel?

A

Impliciete regels, waar je je pas van bewust bent als ze worden overtreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is observer discomfort?

A

Ongemak dat iemand voelt die gedrag observeert waarmee ongeschreven regels worden overtreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met gedrag dat morele normen overtreedt en waarom het 1 van de aspecten is waarnaar gekeken wordt bij het bepalen van abnormaal gedrag?

A

Mensen vellen, naast of gedrag passend is, ook een moreel oordeel over gedrag, vaak in termen van goed en kwaad, waarbij ‘slechte’ gedragingen abnormaal worden gevonden. Mensen hebben ideeen over hoe men idealiter in de samenleving functioneert, gedrag dat daarvan afwijkt, zal sneller als abnormaal gezien worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke standaard is er voor het duiden van psychische stoornissen?

A

de American Psychiatric Association (APA) heeft de DSM-5-TR opgesteld (Diagnostic and Statistical Manual of Mental disorders, 5th edition, text revision)

19
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met cognitieve functies, affectieve functies en conatieve functies?

A

Cognitieve functies - kennen: zoals begrijpen, redeneren, waarnemen
Affectieve functies - voelen: emoties en gevoelens
Conatieve functies - willen: zoals motivatie, wilskracht, initiatief

20
Q

Wat is de definitie van de APA/DSM-5-TR van een psychische stoornis?

A

Een psychische stoornis is een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen (afwijken van de norm) op het gebied van cognitieve functies, affectieve functies of conatieve functies van een persoon, dat een uiting is van disfunctie in de psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychische functioneren.

Een psychische stoornis is iets waar significante psychische symptomen aan gekoppeld moeten zijn die een gevolg zijn van het niet werken van het psychologische, biologische of ontwikkelingsproces dat de basis vormt voor het psychische functioneren.

Gewoonlijk gaan ze gepaard met significante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of andere belangrijke bezigheden.

21
Q

Welke drie modellen zijn er voor het specificeren van normaal vs abnormaal gedrag?

A
  1. Statistische model
  2. Medisch of ziektemodel
  3. Leer- of onderwijsmodel
22
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met het statische model?

A

Uitgangspunt van dit model is dat eigenschappen normaal verdeeld zijn. Over abnormaal wordt dan gesproken bij zeer lage of hoge scores. Abnormaal heeft uitsluitend een statistische betekenis.

23
Q

Welke kanttekeningen kun je plaatsen bij het statistische model?

A
  1. De grens tussen normaal en abnormaal gedrag is vaak arbitrair - het model is gebaseerd op een dimensionele benadering, waarbij uitkomsten een betekenis krijgen van zeer laag of zeer hoog ipv normaal of abnormaal
  2. Sommige stoornissen zijn niet normaal verdeeld en dus is het statistische model niet toereikend.
  3. Het model maakt geen onderscheid of een afwijking gepaard gaat met individueel lijden of niet.
24
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met het medisch of ziektemodel

A

Stelt dat psychische stoornissen vergelijkbaar zijn met somatische ziekten en het beste te verhelpen door onderliggende mechanismen te bestrijden. Ze gaan ervan uit dat een lichamelijke aandoening aan een psychische stoornis ten grondslag ligt. (somatogeen). Psychogene mechanisme zijn voor het medisch model niet altijd toereikend, ze moeten aantoonbaar zijn.
Het medisch model is gebaseerd op:
1. Abnormaliteit/ziekte bij patient
2. Diagnose gesteld door therapeut
3. Therapie, gekozen en uitgevoerd door therapeut, patient speelt een passieve rol
4. Genezing van de patient

Uitgangspunt is dat de therapeut de deskundige is, terwijl de patient als ziek wordt beschouwd.

25
Wat betekent somatogeen?
Dat er een lichamelijke aandoening aan een (psychische) stoornis ten grondslag ligt
26
Wat betekent psychogeen?
Aan een stoornis ligt een psychologisch mechanisme ten grondslag
27
Welke kritiek is er op het medische model?
1. Therapie staat voor behandeling gericht op genezing van een ziekte. Er is bij vele psychische stoornissen geen eenduidig onderliggend mechanisme is aangetoond, zodat het twijfelachtig is of er wel sprake is van een ziekte. Voor de bepaling van een psychische stoornis worden veelal psychosociale en ethische normen gebruikt, terwijl voor de behandeling de medische term therapie gebruikt wordt. (vervangen van mental illness door problems in living, mental illness reserveren voor stoornissen met een organische achtergrond - Szasz) 2. Het gebruik van woorden als ziekte en therapie werkt stigmatisering in de hand. Dit is nog steeds actueel, ook al is het verminderd ten opzichte van vroeger.
28
Szasz bekritiseerde vanuit de antipsychiatrie het medisch model. Welk criterium moet naar zijn mening worden gebruikt bij het bepalen van de grens tussen geestelijke gezondheid en geestesziekte?
De aanwezigheid van aantoonbare neurologische, fysiologische of biochemische afwijkingen
29
Wat is de labeling-theorie?
Het werkt stigmatiserend en nadeling om bekend te staan als psychiatrisch patient, dit werkt als een selffullfilling prophecy.
30
Wat is een stigma?
Stigma is een onderscheidend kenmerk dat negatief beoordeeld wordt.
31
Leg uit wat wordt bedoeld met het leer- of onderwijsmodel?
Geldt met name voor stoornissen waaraan geen duidelijke organische oorzaken ten grondslag liggen. En waar een plausibelere verklaring is dat de stoornissen zijn ontstaan door verkeerd verlopen leerprocessen. Het model schetst: 1. Persoonlijk probleem van de leerling 2. bepaling van het leerdoel in overleg tussen leraar en leerling 3. uitvoering van een onderwijsprogramma ontwikkeld door de leraar; leerling past aangereikte kennis en vaardigheden toe om het probleem te verminderen 4. Vermindering van het probleem van de leerling Mensen die betrokken zijn zijn leraar en leerling, problematiek wordt beschreven als persoonlijk probleem. Er wordt niet gesproken van een diagnose maar van een leerdoel. En er wordt gesproken over vaardigheidstekorten ipv stoornissen. Uitvoering van onderwijsprogramma vs therapie.
32
Waarom prefereren de aanhangers van het onderwijsmodel dat boven het medische model?
1. Kans op stigmatisering is veel kleiner door gebruik van andere woorden 2. Doet meer recht aan de verantwoordelijkheid van mensen met een persoonlijk probleem, veel actievere inbreng dan een patient. 3. Gebruik van de onderwijsterminologie doet meer recht aan datgene wat daadwerkelijk plaatsvindt bij psychologische hulpverlening (voor zover het gaat om hulp aan mensen die als verantwoordelijk voor zichzelf en dus aanspreekbaar kunnen worden beschouwd)
33
Welke term gebruiken aanhangers van het leer- of onderwijsmodel om de problematiek aan te duiden van mensen waarbij nog sprake is van eigen verantwoordelijkheid?
Levensproblemen
34
Wat zijn vaardigheidstekorten?
De term die in het onderwijsmodel wordt gebruikt om stoornissen aan te geven
35
Wat is een demarcatie- of afgrenzingscriterium?
Criterium op basis waarvan iets als ziekte wordt gezien.
36
Hoe kijkt het onderwijsmodel tegen therapie en uitvoering van een onderwijsprogramma? Hoe wijkt dit af van het medisch model?
Op het moment de persoon niet meer verantwoordelijk en aanspreekbaar is, dan spreekt men van een geestesziekte en dus ook van therapie om die te behandelen. Op het moment dat iemand nog wel aanspreekbaar is, wordt de eigen verantwoordelijkheid benadrukt en spreekt met niet van ziekte van maar van levensproblemen. Het medische model kijkt alleen naar aantoonbare organische afwijkingen om een geestesziekte te bepalen.
37
Welk idee maakt opgang de laatste jaren als het gaat om psychische gezondheid?
Dat dit een continuum is tussen psychische gezondheid en psychische problemen. Een duidelijke grens is er dan niet. De ernst van de klacht voor het individu en/of de omgeving, in combinatie met de duur van de klacht, geeft aan of er sprake is van behoefte aan hulp of zorg.
38
Welke ontwikkeling maakt de hulpverlening door de laatste jaren?
De ontwikkeling die voortbouwt op een samenwerkingsmodel, namelijk gedeelde besluitvorming (samen beslissen). Daarbij wordt gebruik gemaakt van de expertise/competenties van de hulpverlener en van de wensen en competenties van de patient.
39
Wat is gedeelde besluitvorming?
Een vorm van hulp waarbij de hulpverlener en patient samen beslissen over de juiste weg te gaan.
40
Kun je aangeven waarom de termen psychische stoornis en patiënt eigenlijk geen wenselijke termen zijn? En kun je bedenken wat het gebruik van deze termen voor gevolgen kan hebben?
Psychische stoornis is een stigma. Patiënt wordt gebruikt voor iemand die een behandeling nodig heeft omdat het niet goed gaat. Als je worstelt met je mentale gezondheid, is er dus iets mis met je: je hebt een negatief kenmerk en je moet behandeld worden. Beide termen werken stigmatisering in de hand. Mensen met een stigma, en dus patiënten met een stoornis, zullen hun onderscheidend kenmerk vaak niet kenbaar maken; ze weten immers dat dat negatieve gevolgen kan hebben. Ze kunnen apart worden gezet en vermeden worden. De negatieve gevolgen kunnen ertoe leiden dat mensen de negatieve beoordelingen op zichzelf gaan toepassen. Ze gaan dan het idee dat ze anders zijn dan anderen overnemen. Dan kan het een onderdeel worden van hun identiteit.
41
Wat is het verschil tussen client en patient?
Een cliënt is een klant, iemand die gebruikmaakt van de diensten van anderen voor problemen waar de cliënt zelf geen of minder verstand van heeft en dus niet zelf opgelost krijgt. Een patiënt is iemand waarmee het niet goed gaat en die behandeld moet worden.
42
Waarom zou je de term patient of de term client liever gebruiken?
Er is veel discussie over welke term passender zou zijn. Sommigen geven aan dat de term cliënt beter is, omdat dat de gelijkwaardigheid tussen hulpverlener en hulpvrager suggereert en minder stigmatiserend werkt dan de term patiënt. Anderen stellen dat de term patiënt beter is, omdat onderkend moet worden dat het mensen zijn die echt hulp nodig hebben en anders het risico bestaat dat hun ziektelast door personen met economisch belang (zorgmanagers, politici en zorgverzekeraars) verhuld kan worden.
43
In de DSM-5-TR staat een definitie van psychische aandoeningen. Welke vormen van gedrag worden door deze definitie uitgesloten?
De definitie sluit te verwachten en cultureel aanvaarde reacties uit. Zo is het vrijwel vanzelfsprekend en cultureel aanvaardbaar als iemand na het overlijden van een dierbare verdrietig is en rouwt. Als dit echter na een langdurige periode niet verandert, is er mogelijk sprake van een stoornis. Deviant gedrag dat voortkomt uit lidmaatschap van een politieke of religieuze overtuiging wordt ook uitgesloten. Het vertellen van eigen intenties aan voorouders bijvoorbeeld, iets dat jaarlijks in China gebeurt, wordt niet beschouwd als een mentale stoornis, evenals de aanhoudende protesten van de boeren tegen het stikstofbeleid. Ten slotte wordt gedrag dat voortkomt uit een persoonlijk conflict tussen individu en maatschappij, zoals het maken van controversiële kunst, uitgesloten van een stoornis.
44
Een man heeft last van ernstige depressies met psychotische symptomen: hij voelt zich erg somber, hoort en ziet dingen die er niet zijn, en is daar erg van in de war. Er is geen aantoonbare somatische oorzaak voor zijn problemen. Vanuit welk model zal dit als een stoornis beschouwd worden?
Vanuit het statistische en het leer- of onderwijsmodel