Hoofdstuk 1. Geschiedenis Flashcards

1
Q

Vroege geschiedenis

A

In de vroege geschiedenis werd er nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan. Wel zijn er procedures in de oudheid en vanuit de bijbel bekent dat er testen werden gedaan om groepen mensen in te delen. De historische ontwikkeling van testen is onder te verdelen in vier perioden.
• De periode vóór 1900 (voor het verschijnen van de Binet-Simon test)
• Periode van 1900 tot eerste wereldoorlog
• Periode tussen eerste en tweede wereldoorlog
• Begin tweede wereldoorlog tot heden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Periode voor verschijnen Binet -Simon (voor 1900)

A
  • Vanaf 1794 (Pinel) testontwikkeling binnen psychiatrie
  • Experimentele psychologie (1879 Wundt)
  • Genetica (1882 Galton)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Testontwikkeling binnen psychiatrie

A

Eerste stimulans kwam vanuit psychiatrie in Frankrijk en Duitsland. De arts Pinel bevrijdde in 1794 de krankzinnigen van hun ketenen door te verdedigen dat deze mensen niet misdadig waren maar ziek. Er werd steeds meer de nadruk gelegd op het onderscheid tussen krankzinnigheid en zwakzinnigheid. Ook in Duitsland hielden zich in de tweede helft van de negentiende eeuw psychiaters bezig met het onderzoek van geestelijke vermogens. Zo ontstond in de psychiatrie een behoefte aan methoden om de verschillen tussen geesteszieken en de verschillende gradaties in zwakzinnigheid te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Experimentele psychologie

A

Tweede ontwikkellijn loopt via de experimentele psychologie (Duitsland) welke een stimulerende en remmende werking op de testpsychologie had. De stimulans lag in de waarde die werd gehecht aan exacte beschrijving van experimenteercondities, het controleren van de variabelen en de nauwgezette bewerking van de resultaten. Hierin lag ook de rem omdat de experimentator vond dat de verschillen in proefpersonen fouten waren i.p.v. daadwerkelijke verschillen. In 1879 stichtte Wundt in Leipzig zijn experimentele laboratorium. Afwijkingen en verschillen werden nog gezien als fouten en het onderzoek bleef beperkt tot primaire sensorische en motorische functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Performance test

A

Ook wel bekend als het Séguin Form Board. Een test die betrekking heeft op de motorische en sensorische functies van zwakzinnige kinderen. Arts Séguin kon met enig succes zwakzinnige kinderen hierin trainen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

American Psychological Association

A

APA. Werd in 1893 opgericht als commissie met als taak het registeren van tests en het formuleren van hun gebruiksmogelijkheden. Hiermee werd de eerste stappen op weg naar systemisch onderzoek van individuele verschillen gezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Genetica

A

Cattell was de eerste die naar de individuele verschillen keek. Dit was afgeleid van de Engelse bioloog Galton (neef van Darwin) die vanaf 1882 antropometrische onderzoeken verrichtte (vaststellen van afmetingen en verhoudingen van het menselijk lichaam). Ook de sensorische en geestelijke functies vond hij interessant. Hiermee richtte hij zich op de verschillen in prestaties tussen personen. In zijn onderzoeken kwamen drie elementen voor, die allen een pijler van wetenschappelijk testonderzoek zouden gaan vormen.
• Wenselijkheid van het onderzoek van individuele verschillen.
• Noodzaak van systematisering van onderzoekstechnieken.
• Resultaten van onderzoeken werden uitgedrukt in termen van afwijkingen van het gemiddelde. → Hierdoor werd Pearson geïnspireerd, die veel heeft betekent voor de statistiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Periode tussen verschijnen Binet-Simon test en WO I

A
  • In 1905 was de eerste versie van de test van Binet en Simon gereed. Hiermee werd onderscheid gemaakt tussen luie en incapabele kinderen. De Binet-Simontest bestaat uit een steekproef van complexe opgaven waarvoor het kind zich in het dagelijks leven en de schoolpraktijk gesteld ziet. De opgaven bestrijken een groot scala van problemen, maar zijn sterk verbaal van aard.
  • De test was nieuw door de accentuering van complexe (begrip, geheugen, problemen oplossen en verbeeldingskracht), in plaats van eenvoudige mentale processen. Daarnaast was het empirisch uitgangspunt nieuw en werd een totaalscore gebruikt om het intelligentieniveau weer te geven.
  • Bij de tweede versie in 1908 werd het begrip mentale leeftijd geïntroduceerd. Verschillende psychologen bouwden voort op de test van Binet. In Amerika werd de test verder uitgewerkt door Terman en is de test sinds 1916 bekend als Stanford-Binet test. Er werd daar aan twee belangrijke testtechnische eisen voldaan: er werden standaardinstructies geformuleerd en er werden normen geconstrueerd. De mentale leeftijd werd gedeeld door de chronologische leeftijd en dit getal werd vermenigvuldigd met 100.
  • Op basis van theoretisch onderzoek kwam Spearman tot de conclusie dat in alle tests twee intelligentiefactoren een rol speelden: een algemene (g-)factor en een specifieke (s-)factor. Hiermee was zijn tweefactorentheorie geformuleerd.
  • Manco in de ontwikkeling: gebrek aan groepstesten en validatieonderzoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Educational achievements

A

De eerste ontwikkeling van het objectiveren van schoolprestaties. Door Thorndike in de VS en Burt in Engeland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Twee belangrijke veranderingen in de WO I in de psychologie

A
  • Het routinematig toepassen van de testpsychologie in beslissingssituaties
  • Het toepassen van de psychologie buiten laboratoriumsituaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Periode tussen WO I en WO II

A
  • Door uitbreken WO I kwam de ontwikkeling van het testen in een stroomversnelling. Er was noodzaak om grote groepen mensen te selecteren voor functies en opleidingen van sterk uiteenlopende inhoud en verschillend niveau.
  • Bedrijfspsycholoog Münsterberg (VS, 1917) zorgde voor een collectieve manier van testen (Army Alpha) waardoor er sneller een selectieprocedure doorlopen kon worden.
  • Na de WO I liep de testontwikkeling in Amerika en Europa uiteen. In Europa bleef de individuele diagnostiek populair. In Amerika kwam het accent te liggen op kwantitatief verwerkbare groepstests. Door vele immigranten ontstond de behoefte aan tests die minder afhankelijk waren van taal en cultuur. In 1918 volgde daardoor de Army Bèta, een non-verbale groepstest die een grote rol speelde in het onderzoek naar verschillen tussen volken maar ook bij VB. Individuele testen hadden een minder belangrijke rol, toch zijn belangrijke testen zoals WAIS, WISC en Terman Merrill toen ontstaan
  • Engeland ontwikkelde zowel groepstests als individuele testen (Progressive Matrices door Raven). Subjectieve beoordelingen van docenten werd vervangen door objectieve methoden. Vrije-antwoorden examen maakt plaats voor MC
  • Criteriumgedrag en groepsfactoren door Thurstone.
  • Ontwikkeling van persoonlijkheidstests
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Army Alpha

A

Een schriftelijke groepsgewijze test met verschillende opdrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Criteriumgedrag

A

Het voorspellen van gedrag buiten de testsituatie. Dit is wat men probeert met een test. De relatie tussen test en criterium dient van tevoren te zijn aangetoond. Thurstone stimuleerde de aandacht voor de kritische evaluatie van de test zelf. Door criteriumgedrag ging statistiek een belangrijke rol spelen. (tussen WO I en WO II)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Groepsfactoren

A

Introductie door Thurstone e.a. (geïnspireerd door Spearman) waarbij intelligentie werd opgevat als een complex geheel van groepsfactoren. Dit is een structurele opvatting van intelligentie met de mogelijkheid van analyse van profielen van testprestaties per intelligentiefactor in plaats van de vaststelling van een algemene totaalscore. De door Thurstone geïdentificeerde factoren verbal comprehension, word fluency, number facility, special visualization, associative memory, perceptual speed en reasoning zijn nog steeds belangrijke onderscheidingen in de intelligentie.(verbaal begrip,woordvloeiendheid,nummervaardigheid,ruimtelijke visualisatie,associatief geheugen,perceptuele snelheidenredeneren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 methoden Persoonlijkheidstests

A

In het ontstaan van persoonlijkheidstests zijn drie methoden te onderscheiden.
- Observatiemethoden (West-Europa) bedoeld om inzicht te geven in de kwalitatieve aspecten van de prestatie. Van observatietests was het een kleine stap naar tests voor observatie van het voor de proefpersoon typerende gedrag zelf. De persoonlijkheidsbeelden ontstonden voornamelijk langs intuïtieve weg.
• Persoonlijkheidsvragenlijsten en biografische anamnestische vragenlijsten werden gebruikt bij identificatie van potentiële psychiatrische patiënten en bij selectie voor bepaalde functies. De eerste waren niet anders dan gestandaardiseerde, op schrift gestelde psychiatrische interviews. Deze vragenlijsten waren de voorlopers van latere veelgebruikte vragenlijsten.
• Projectietest. Een stimulus wordt aangeboden waarop de persoon vrij mag reageren al naargelang de betekenis die deze stimulus voor hem of haar heeft. Bekende testen zijn de Rorschach (inktvlekkentest) en de Thematic Apperception Test (TAT) waarbij afbeeldingen moeten worden geïnterpreteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ontwikkeling WO II tot nu VS

A

• De Tweede Wereldoorlog luidde in Engeland en vooral de VS een periode in waarin een expansie plaatsvond op alle terreinen van het testen onder invloed van educational measurement en schaaltheorie en ontwikkeling van computers. Samenwerking tussen psychologen en keurings- en selectiediensten leidde in de VS tot een enorme toename van het aantal tests, een professionalisering daarvan en een kritische bezinning op de psychologische principes van testonderzoek. Miljoenen werden onderzocht met de Army General Classification Test (AGCT) voor selectiedoeleinden en de resultaten vormden een bron van normering en validiteit
• 1947 werd de Educational Testing Service (ETS) opgericht met als doel het tegemoet komen aan de behoeften van het Amerikaanse onderwijs- en
opleidingsveld wat betreft toelating tot en evaluatie van het onderwijs. Naast ETS is in de VS een groot aantal test agencies werkzaam. Sommige bestrijken een breed toepassingsveld, terwijl andere zich hebben gespecialiseerd.
• Over tests en testonderzoek en ook de psychometrie loopt de communicatie via vele tijdschriften. De oorsprong hiervan ligt veelal in de VS. Handboeken brengen niet alleen veel inhoudelijke informatie over tests bijeen, maar bieden ook een behandeling van de wetenschappelijke testtheorie.

17
Q

Educational measurement

A

Onderwijskundig meten. Van hieruit werd een belangrijke invloed uitgeoefend op de testtheorie en de acceptatie van test theoretische principes.

18
Q

Versnelde testontwikkeling

A

Door technologische ontwikkeling vinden testen steeds vaker digitaal plaats. Ook worden computers gebruikt voor de constructie en onderhoud van itembanken en adaptief testen.

19
Q

Ontwikkeling WO II tot nu NL

A
  • In de jaren veertig en vijftig werd de ontwikkeling van testtheorie nog gekenmerkt en geremd door de oriëntatie van de psycholoog op de intuïtie, het ‘verstehen’ en de ontmoeting met de cliënt. Er was weinig ruimte voor objectieve benadering.
  • Ontwikkeling van testtheorie heeft lang in de schaduw van VS gestaan. Sinds jaren zestig en zeventig is dit meer tot ontwikkeling gekomen in West-Europa. In NL onder invloed van Kouwer en de Groot.
  • Ten behoeve van een betere communicatie en ter bevordering van het testonderzoek stelde het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) in 1959 een Test Research Commissie (tegenwoordig Commissie Testaangelegenheden Nederland, COTAN) in.
  • Schoolvorderingentests werden tot in de jaren zestig in Nederlands nauwelijks gebruikt. De beoordeling van schoolprestaties werd overgelaten aan docenten. In de jaren zeventig deed de testtheorie haar intrede bij de beoordeling van school- en opleidingsprestaties. Het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO) opgericht, naar model van de ETS.
  • In 1987 werd het IOPS opgericht. Interuniversitair onderzoeksinstituut voor psychometrie en sociometrie. Dit is een samenwerking met 7 Nederlandse en 1 Belgische universiteiten. De taken van het IOPS zijn het bundelen van promotieonderzoek en het aan breder publiek van onderzoekers aanbieden van cursussen over vernieuwde onderwerpen in de statistiek.
20
Q

Differentiële testbatterijen

A

Werden ontwikkeld om inzicht te krijgen in structuur en vaardigheden.

21
Q

Schoolvorderingstest

A

Met behulp van schoolvorderingentests kunnen vergelijkingen worden gemaakt tussen de resultaten van vooropleidingen

22
Q

Opleidings- en kennistest

A

Opleidings- en kennistests worden gebruikt om zowel de toekomstige prestaties van een kandidaat te voorspellen als de opleidingsprogramma’s te evalueren.

23
Q

Populariteit voor testtheorie

A

• het oprichten van testinstituten (zoals de Educational Testing Service en het CITO)
• toename van communicatie met betrekking tot tests en testonderzoek (tijdschriften en andere periodieken)
• het verschijnen van talrijke handboeken over testgebruik.
De test- en meettheorie staan centraal in de selectiepsychologie en de schooltoetsconstructie (educational measurement).