hoofdstuk 1 en 2 Flashcards
de empirische cyclus
is een methode die ons in staat stelt om kennis te verwerven. De cyclus bestaat uit het herhaaldelijk doorlopen van 5 stappen: observatie, inductie, deductie, toetsing en evaluatie
statistische geletterdheid
is het vermogen om te redeneren door middel van statistiek en data
statistiek
is de wetenschap van het leren uit data en van het meten, controleren en communiceren van onzekerheid
de 4 fases van het statistisch onderzoeksproces
1 het formuleren van de onderzoeksvraag
2 het ontwerpen van de studie en de dataverzameling
3 het verkennen en beschrijven van de data
4 het formuleren van conclusies die verder rijken dan de geobserveerde data
populatie
is de verzameling van subjecten die men wil bestuderen. In de gedragswetenschappen is dit vaak een grote groep personen
observationele eenheden
zijn de eenheden waarvan men data zal verzamelen
de steekproef
is een deel van de populatie
het steekproefkader
is de lijst met informatie over de personen in de populatie die we gebruiken om de steekproef samen te stellen
representatieve steekproef
is een steekproef die een goede weerspiegeling is van de populatie en haar karakteristieken die we wensen te onderzoeken
enkelvoudige aselecte/lukrake/willekeurige steekproeftrekking
is een steekproeftrekking waarbij elke steekproef dezelfde kans heeft om gekozen te worden
proportioneel gestratificeerde steekproeftrekking
is een steekproeftrekking waarbij we de populatie opdelen in een aantal strata. Binnen in een aantal strata en binnen elk stratum voeren we een enkelvoudige aselecte steekproeftrekking uit. De proportie personen per stratum in de steekproef is gelijk aan die in de populatie.
gemakshalve steekproeftrekking
is een steekproeftrekking die gemakkelijk uit te voeren was en waarbij vooral personen die makkelijker bereikbaar zijn een grote kans hebben om tot de steekproef te behoren. Dit kan leiden tot selectiebias.
selectiebias
is een vertekening waarbij sommige groepen in de populatie over- of ondervertegenwoordigd worden in je steekproef.
steekproefgrootte (n)
is gelijk aan het aantal elementen in de steekproef waarvoor we data hebben verzameld.
non-responders
zijn personen die, hoewel ze werden uitgenodigd, niet deelnemen aan de studie. Ze kunnen tot non-respons bias leiden.
non-respons bias
is een vertekening die kan optreden wanneer uitgenodigde personen toch niet deelnamen aan het onderzoek.
variabelen
zijn karakteristieken van de observationele eenheden die we wensen te onderzoeken. Deze kunnen variëren.
operationaliseren
is het meetbaar maken van de eigenschappen die men wenst te bestuderen.
de uitkomstvariabele
is de hoofdvariabele van de studie. We wensen inzicht te krijgen in deze variabele, waarbij we proberen te verklaren waarom deze variabele varieert.
verklarende/voorspellende variabelen of predictoren
zijn variabelen die ons in staat stellen (deels) te begrijpen waarom de uitkomstvariabele varieert
de controlevariabelen
zijn variabelen die substantiële verschillen tussen groepen in rekening brengen wanneer we groepen vergelijken
cross-sectionele studie
is een type van studie waarbij men variabelen slechts op één moment in de tijd bevraagt
longitudinale studie
is een type van studie waarbij men een of meerdere variabelen op verschillende momenten in de tijd bevraagt
observationele studie
is een type studie waarbij men enkel observeert zonder een interventie uit te voeren
replicatie
is een herhaling van een studie volgens dezelfde methodes als de oorspronkelijke studie, waarbij de conclusies in lijn zijn met die van de oorspronkelijke studie
HARKing (hypothedizing after the results are known
is een werkwijze waarbij men onderzoekshypotheses opstelt op basis van bevindingen in de data en vervolgens diezelfde data gebruikt om deze hypotheses te toetsen. Dit is in strijd met de empirische cyclus.
een protocol
is een document waarin de onderzoekers schetsen wat het doel is van de studie, welke variabelen ze zullen meten, welke hypotheses ze zullen onderzoeken, hoe ze de steekproef zullen samenstellen en hoe ze de data zullen analyseren. Het verhoogt de repliceerbaarheid van de studie.