Hoofdstuk 1: anatomische en histologische terminologie Flashcards
1
Q
mediaan vlak
midsagittaal
A
gelijke linker en rechterhelft
2
Q
sagittaal vlak
A
verticaal door het lichaam
3
Q
horizontaal vlak
transversaal
A
boven en onderhelft
4
Q
frontaal vlak
A
van links naar rechts door het lichaam
5
Q
mediaal
A
naar het mediane vlak toe
6
Q
lateraal
A
van het mediane vlak weg
7
Q
craniaal/superior
A
naar de hersenen toe
8
Q
caudaal/inferior
A
naar de voeten toe
9
Q
dorsaal/superior
A
naar de rug toe
10
Q
ventraal/anterior
A
naar de buik toe
11
Q
palmair
A
met betrekking tot de handpalm
12
Q
plantair
A
met betrekking tot de voetzool
13
Q
proximaal
A
dicht bij organen gelegen
14
Q
distaal
A
verder weg van organen gelegen
15
Q
glijbewegingen
A
2 tegenovergestelde oppervlakten glijden langs elkaar bv sleutelbeen