Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Psychologie

A

Wetenschap van gedrag en geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gedrag

A

Waarneembare acties van een persoon of dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie opende eerste psychologisch lab? En in welk jaar?

A

Wundt, 1879

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het dualisme, wie was voorstander hiervan?

A

Lichaam is voorgeprogrammeerde machine alleen het denken is vrij.

Descartes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat brengt de pijnappelklier volgens het dualisme samen?

A

Lichaam en geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke theorie geloofde Hobbes?

A

Materialistische theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat de materialistische theorie voor?

A

Alle verschijnselen, ook mens en dier, bestaan uit stofdeeltjes. Bewustzijn of ziel van de mens komt voort uit bewegingen van die stofdeeltjes in de hersenen.

Fysieke oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de reflexologie?

A

Menselijk gedrag dat plaatsvindt via reflexen.

Sechenov was de oprichter hiervan en Pavlov volgde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Empirisme

A

Gedrag, gedachten en gevoelens komt voort uit ervaring. Sluit aan bij materialisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geest is een onbeschreven blad

A

Tabula rasa (empirisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Law of association by contiguity

A

Als je kort na elkaar 2 senstaties ervaart deze in je hersenen worden geassocieerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nativisme

A

Kennis en vaardigheden zijn aangeboren. Ervaring heeft daar niets mee te maken.
Leibniz en Kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke twee soorten kennis bestaan er volgens Kant (nativisme)

A

Priori (aangeboren)
Posteriori (ervaring opdoen door omgeving)

Posteriori is alleen mogelijk door priori kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Natuurlijke selectie

A

Eigenschappen waardoor individuen zich kunnen aanpassen aan de omgeving, grotere kans om te overleven en voort te planten (Charles Darwin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke 2 categorieën kan iemand zijn gedrag worden geanalyseerd?

A

Biologische

Ervaringstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Normale verschillen tussen mensen in denken, voelen en gedrag

A

Persoonlijkheidspsychologie

17
Q

Neurale verklaring

A

Structuur en activiteit van het zenuwstelsel wordt aangewezen als oorzaak

18
Q

Drie fundamentele principes die ten grondslag liggen aan de psychologie. Welke?

A

Materialisme
Empirisme
Nativisme

19
Q

Wie is John Locke

A

Filosoof die het empirisme nastreef. Gevolg van de materialistische filosofie van Hobbes

20
Q

Fysiologische verklaring

A

Hormonen en andere chemische stoffen worden aangewezen als oorzaak

21
Q

Genetische verklaring

A

De invloed van onze genen worden aangewezen als oorzaak (bijv.kruising hondenras wel/ niet angstig)

22
Q

Evolutionaire verklaring

A

Natuurlijke selectie wordt aangewezen als oorzaak

23
Q

Leertheoretische verklaring

A

De voorgaande ervaring van het individu wordt aangewezen als oorzaak (bijv. Glaasje wijn om stress weg te drinken- alvoholverslaving)

24
Q

Cognitieve verklaring

A

Kennis en overtuiging van het individu wordt aangewezen als oorzaak. (Bijv. in een winkel slecht geholpen door 1 persoon dan is al het personeel slecht)

25
Q

Sociale verklaring

A

Invloed van andere mensen wordt aangewezen als oorzaak. (Zanger waarbij publiek zorgt voor verhoging van motivatie en dominante responsen)

26
Q

Culturele verklaringen

A

Culturele context waarin het individu opgroeit wordt aangewezen als oorzaak

27
Q

Ontwikkelingstheoretische verklaringen

A

Veranderingen over de loop in het leven wordt aangewezen als oorzaak.

28
Q

Welke verklaringen horen bij de biologische categorie?

A

Neurale, fysiologische, genetische en evolutionaire verklaringen
=nativisme

29
Q

Welke verklaringen horen bij de ervarings categorie?

A

Cognitief, lerend, sociaal, cultureel en ontwikkelingstheoretische verklaringen =empirisme (ontwikkelins veraring is twijfelgeval)