Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Wat is wetenschapsfilosofie?

A

Kritische, filosofische reflectie op wat wetenschap is, doet en aan kennis genereert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen pseudowetenschap en wetenschap?

A

Onderzoeksbenadering, - en methode
Falsifieerbaarheid en testbaarheid
Bewijsvoering en openbaarheid
Zelfcorrigerend proces
Gebruik van jargon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is filosofie?

A

Kritisch nadenken over zaken, voor beter inzicht in psychologie als wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kun je de drie ‘‘K’s’’ benoemen die het belang van wetenschapsfilosofie aantonen?

A

Kennis, kunde en karakter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie vragen moet je stellen in de epistemologie?

A
  1. Wat is (zekere) kennis?
  2. Hoe kunnen we die kennis rechtvaardigen?
  3. Wat is de bron van kennis?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de twee belangrijke benaderingen binnen epistemologie/kennisleer?

A

In essentie vertegenwoordigt rationalisme een manier om kennis te begrijpen door denken, terwijl empirisme kennis verkrijgt door ervaren.

  1. Rationalisme: rationalisten stellen dat echte kennis komt uit het verstand en de rede, onafhankelijk van de zintuigen
  2. Empirisme: kennis over de wereld ontstaat door ervaringen, dat alle kennis afkomstig is van zintuiglijke ervaring.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke benadering hoort deze stelling: ‘‘Alle opvattingen die je hebt, kun je in twijfel trekken,
niets is zeker.’’ ?

A

Scepticisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de socratische methode?

A

Het doel van deze methode is om mensen kritisch te laten nadenken over hun eigen ideeën, overtuigingen en aannames door middel van een reeks van vragen en antwoorden.
Zoals: ‘‘Wat bedoel je precies met eerlijkheid?’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom zullen vele rationalisten de bewering van de ingeboren kennis (=nativisme) volgen?

A

Het idee van rationalisten dat er zekere, betrouwbare kennis bestaat die onafhankelijk is van onze ervaringen, wat een stabiele basis biedt voor het begrip van de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt anamneses in (Plato)?

A

Hij stelde dat wanneer je iets nieuws leert, je eigenlijk niets nieuws leert, maar je het je herinnert. Dit zou beweren dat men nooit nieuwe kennis op kan doen. Iets leren is in feite niks meer dan je iets herinneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar of niet waar: ‘‘Plato geloofde in reincarnatie, dat je terugkomt uit de dood in een ander lichaam.’’ ?

A

Niet waar, want Plato geloofde wel in reincarnatie maar dit betekende voor hem dat voordat je ziel geboren werd in het lichaam wat je nu hebt, die ziel in een andere wereld was - in vormen en ideeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen episteme kennis en doxa?

A

In het kort is episteme kennis die verifieerbaar, objectief en rationeel onderbouwd is, terwijl doxa verwijst naar subjectieve meningen of overtuigingen die niet noodzakelijkerwijs op bewijs zijn gebaseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bedoelt Heraclitus met zijn uitspraak ‘‘panta rhei’’?

A

'’Alles stroomt’’
Verandering is inherent aan de werkelijkheid.
Kennis, die gebaseerd is op zintuiglijke waarnemingen van de wereld, kan dus alleen maar betrekking hebben op deze veranderlijke werkelijkheid. Dit leidt tot doxa (mening) in plaats van episteme (ware kennis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is Heraclitus uitspraak ‘‘panta rhei’’ gelinkt aan het scepticisme?

A

Vanwege de constante verandering in de wereld stelt Heraclitus dat het moeilijk is om echte, blijvende kennis te verwerven. Als alles altijd verandert, hoe kunnen we dan zeker zijn van iets? Dit leidt tot een zekere scepticisme: de overtuiging dat we nooit echte, onveranderlijke kennis kunnen hebben over de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom staat Heraclitus en Parmenides lijnrecht tegenover elkaar?

A

Verandering is inherent aan de werkelijkheid versus echte kennis moet komen van wat onveranderlijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kun je het concept van de allegorie van de grot (Plato) uitleggen?

A

In de allegorie van de grot illustreert Plato zijn ideeën over de scheiding tussen deze twee werelden. Plato probeerde hiermee aan te tonen dat zintuigen geen echte kennis opleveren, maar dit louter met verstand opgedaan kan worden. Ideeën/ vormen bestaan los van ons in een ideeënwereld/ vormenwereld.

17
Q

Plato stelt dat er twee verschillende “werelden” zijn:

A
  1. De wereld van waarnemingen en verschijnselen: deze wereld is veranderlijk
  2. De wereld van ideeën of vormen: dit is een onzichtbare, onveranderlijke wereld die Plato beschouwt als de “ware” werkelijkheid.
18
Q

Wat is het verschil tussen empiristisch en empirisch?

A

Empirisch: Verwijst naar kennis of gegevens die zijn verkregen door observatie of ervaring. Het is een beschrijving van een methodologische aanpak.
Empiristisch: Verwijst naar een filosofische benadering of theorie die benadrukt dat kennis voortkomt uit ervaring en waarneming.

19
Q

Wat kun je zeggen over Artistoteles verweer tegen Plato?

A

Artistoteles (empirist) verwierp twee-werelden theorie door te stellen dat er slechts één wereld bestond die met de zintuigen waar te nemen is.

20
Q

Klopt deze stelling: ‘‘Artistoteles is een echte empirist en heeft geen rationalistische elementen’’?

A

Nee, Artistoteles is een echte empirist maar heeft wel rationalistische elementen. Hij erkent ook dat ons verstand in staat is om abstracte en universele concepten te vormen op basis van die ervaringen

21
Q

Wat bedoelt Artistoteles met inductie/apagoge?

A

Het is een brug tussen empirisme en rationalisme, waar zowel verstand als ervaring een rol spelen in de kenniswerving. Inductie is het proces waarbij we van specifieke observaties naar een algemene conclusie gaan.

22
Q

Wat was de oplossing van Aristoteles die met zijn inductie enkel een correlatie aantoont en geen noodzakelijke waarheid?

A

Inductie is een eerste stap
1. Inductie
2. Intuitieve inductie = inzicht.

23
Q

Wat was Plato’s opvatting over ideeen?

A

Ideeën bestaan onafhankelijk van mensen en zijn dus voor iedereen
hetzelfde.

24
Q

Waarom werd Aristoteles in de Middeleeuwen als zo’n belangrijke autoriteit beschouwd?

A

In de Middeleeuwen werd Aristoteles als een autoriteit gezien omdat de Katholieke Kerk geloofde dat zijn filosofie en de Bijbel met elkaar in overeenstemming waren. Het werd gedacht dat alles wat Aristoteles beweerde, ook terug te vinden was in de Bijbel, waardoor zijn werken een grote invloed kregen binnen de kerkelijke leer.

25
Q

Hoe probeerde Thomas van Aquino de opvattingen van Aristoteles te verenigen met het christelijke geloof?

A

Thomas van Aquino probeerde het christelijke geloof te verenigen met de filosofie van Aristoteles door Aristoteles’ theorieën te verbinden aan christelijke concepten. Hij nam bijvoorbeeld Aristoteles’ idee van een “onbewogen beweger” (de eerste oorzaak) over en zag hierin een parallel met het christelijke idee van God als schepper van alle dingen.

26
Q

Waarom deed Aristoteles geen experimenten om kennis te vergaren over de natuurlijke wereld?

A

Aristoteles geloofde dat experimenten ons niets zouden leren over de natuurlijke wereld, omdat ze de natuurlijke gang van zaken verstoren. In plaats daarvan vertrouwde hij op observatie als bron van kennis.

27
Q

Waarom stond de wetenschap in de Middeleeuwen vrijwel stil?

A

Wetenschap stond in de Middeleeuwen vrijwel stil omdat men zich volledig baseerde op de werken van Aristoteles en geen onderscheid maakte tussen filosofie en wetenschap.

28
Q

Wat veranderde er tijdens de wetenschappelijke revolutie met betrekking tot Aristoteles?

A

Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de aanpak van Aristoteles verlaten. In plaats van alleen observaties te doen en Aristoteles’ ideeën als waarheid aan te nemen, gingen wetenschappers experimenten uitvoeren om zelf kennis te verwerven over de natuurlijke wereld.