hoofdstuk 1 Flashcards
1
Q
toegevoegde waarde
= productie = inkomen
A
omzet-kosten van ingekochte goederen en diensten
2
Q
het bruto binnenlands product
A
de toegevoegde waarde van alle bedrijven bijelkaar opgeteld
of alle inkomens bijelkaar optellen: loon, rente, pacht en winst
3
Q
reel inkomen meten
A
ric= nic/picx100
hieruit komt dus de inflatie
4
Q
nadelen bbp als maatstaf
A
- het is zegt weinig over de verdeling van het inkomen in het land
- sommige zaken worden niet meegeteld die de welvaart verhogen
5
Q
andere manieren van meten van welvaart
A
- groen bbp = rekening gehouden met natuur en milieu
- HDi = volksgezondheid
-Index = hoe gelukkig de gemiddelde inwoners van landen zijn