Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

wat is een dipoolmolecule of polair molecule

A

een molecule met zowel een elektrisch negatief en positief pool,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een apolaire molecule

A

een molecule met elektronen bindingen waarbij geen verschil in En- waarde tussen de atomen is, en dus ook geen verschuivingen van elektronen waardoor een positief en negatieve zijde onstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

en- waarde

A

is de mate waarin een atoom het gemeenschapelijk elektronenpaar naar zich toe trekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

partiële of geddeltelijke lading

A

is een kleine positieve of negatieve lading, die onstaat door het gedeeltelijk verschuiven van het gemeenschapelijk elektronenpaar tussen atomen met een verschillende EN-waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

negatieve deellading

A

atomen met een grotere En-waarde dan hun bindingspartner, trekken elektronen naar zich toe waardoor die atoom gedeeltelijk negatief geladen waordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

positieve deellading

A

atomen met een kleinere EN-waarde dan hun bindingsparter trekken de elktronenparen minder hard aan waardoor die atoom een gedeeltelijk positief lading

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

extreem polaire verbindingen

A

bij een ionbinding geeft het metaalatoom zijn valentie elektronen af waardoor, waardoor het positief geladen wordt en het niet-metaal wordt dan negatief geladen, deze ladingen zijn volledige ladingen, daardoor worden ze extreem polair genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly