Homo Digitalis hoofdstuk 1 Flashcards
1
Q
d’un côté, d’un autre côté
A
enerzijds, anderzijds
2
Q
clair
A
helder
3
Q
passer la vitesse supérieure
A
een tandje bijschakelen
4
Q
bien-être
A
welzijn
5
Q
gadget
A
snufjes
6
Q
superficiel
A
oppervlakking
7
Q
perturber
A
ontwrichten
8
Q
nous avons toujours le contôle
A
We hebben het heft nog zelf in handen
9
Q
diversifié
A
uiteenlopend
10
Q
l’arrivée
A
de komst
11
Q
jouer sur
A
inspelen
12
Q
indifférent
A
onverschillig
13
Q
face à
A
tegenover
14
Q
compagnon d’infortune
A
medemens
15
Q
prendre la tête
A
aan het roer gaan zitten
16
Q
jamais auparavant
A
ooit tevoeren