Hoc 2: Elasticiteit Flashcards
Wat is elasticiteit?
Meet de “gevoeligheid” van één variabele voor veranderingen in een andere variabele
Vb. als prijs verandert (P) -> veranderd gevraagde hoeveelheid (Q)
Wat is het verschil tussen verandering vraag en verandering gevraagde hoeveelheid?
Verandering vraag: Verschuiving/ verandering VAN de vraagcurve
Verandering gevraagde hoeveelheid: verschuiving LANGS de curve
Definitie: Wat is de prijs-elasticiteit van de vraag?
Hoe sterk de gevraagde hoeveelheid q verandert ten gevolge van een wijziging in P
Eq*p = ?
Eq*p = (procentuele verandering in gevraagde q / procentuele verandering p)
Welke determinanten van de prijselasticiteit zijn er?
1: Beschikbare goederen
2: Noodzakelijk vs luxe
3: definite van de markt
4: aandeel in inkomen
5: tijdshorizon
(definitie) Wat is puntelasticiteit?
Puntelasticiteit berekent de elasticiteit bij een (oneindig) kleine prijswijziging. (of tussen 2 punten die oneindig dicht bij elkaar liggen)
Wat zijn giffen goederen?
Vraag stijgt bij stijgende prijs en daalt bij dalende prijs
= ongebruikelijk fenomeen -> gaat in tegen de wet van V&A
Wat is boogelasticiteit?
Berekent de elasticiteit tussen 2 punten die ‘ver’ uit elkaar liggen.
(definitie) Wat is de inkomenselasticiteit van de vraag?
= Hoe sterk de gevraagde hoeveelheid (Q) verandert ten gevolge van een wijziging in Y (andere factor dan prijs)
(definitie) Wat is de prijselasticiteit van het aanbod?
= Hoe sterk de aangeboden hoeveelheid (Q) verandert ten gevolge van een wijziging in P
Wat zijn determinanten van de prijselasticiteit van het aanbod?
1: Tijdsperiode (KT vs LT)
2: Productiecapaciteit (volledige bezetting vs onderbezetting
3: grootte bedrijf/ sector
4: factormobiliteit (immobiele productiefactoren vs mobiele productiefactoren)
5: Stockagemogelijkheden (moeilijk vs makkelijk)
Wanneer zegt men dat de vraag naar een goed prijselastisch is?
Elasticiteit < -1
Is het aanbod prijs-elastischer op korte of lange termijn?
Op lange termijn want aanbieders hebben tijd nodig om hun productieproces af te
stemmen op een prijsverandering.
De vraagcurve van een Giffen goed is ..?
is stijgend
Wat zijn normale goederen?
Goederen waarvan de vraag toeneemt als het inkomen van de consumenten toeneemt en afneemt als het inkomen daalt