HO.7 - crim in de media Flashcards

media

1
Q

immediacy (naam + uitleg)

A

Chibnall
de snelheid van de rapportage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dramatisation (naam + uitleg)

A

Chibnall
dramatische of tragische gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

personalization (naam + uitleg)

A

Chibnall
beroemdheden of bekende mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

simplification (naam + uitleg)

A

Chibnall
vereenvoudiging en vaak zwart-wit verhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

titlation (naam + uitleg)

A

Chibnall
sensatie en schandalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

conventionalism (naam + uitleg)

A

Chibnall
bevestiging van bestaande normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

structured access (naam + uitleg)

A

Chibnall
uitgaande van officiële gezaghebbende bronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

novelty (naam + uitleg)

A

Chibnall
het levendig en actueel houden van nieuwe inzichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

risk (naam + uitleg)

A

Jewkes
slachtoffergeoriënteerde gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

proximity (naam + uitleg)

A

Jewkes
ruimtelijke en geografische nabijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

children (naam + uitleg)

A

Jewkes
kinderen als zowel dader als slachtoffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

agendasetting

A

de sterke correlatie die zou bestaan tussen de nadruk die massamedia leggen op bepaalde onderwerpen en het belang dat massapubliek toekent aan deze onderwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

framing

A

selectieve representatie van een onderwerp in de media, die beïnvloedt hoe door het door het publiek wordt begrepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

moral panics

A

maatschappelijke angstreacties –> omstandigheid, gebeurtenis, persoon of groep personen wordt ervaren als bedreiging voor waarden en belangen van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mean world syndrome

A

zware kijkers (tv) gaan vaker uit van het idee van een gevaarlijke, gewelddadige wereld waarin anderen moeilijk te vertrouwen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

media dependency

A

we zijn afhankelijk van de media voor informatie, vooral over criminaliteit (het nieuws, journaal, docu’s)

17
Q

3 trends gevonden bij media-onderzoek binnen TV-nieuws –> welke?

A

1 = criminaliteitsverhalen maken een groot deel uit van het nieuws
2 = aandeel criminaliteitsnieuws volgt de hoeveelheid geregistreerde criminaliteit niet
3 = nieuwsmedia overrapporteren gewelddadige feiten

18
Q

2 trends gevonden bij media-onderzoek binnen de populaire cultuur –> welke?

A

1 = criminaliteit komt vaak voor in populaire cultuur
2 = criminaliteit in populaire cultuur is vooral gewelddadig

19
Q

newsmaking process

A

een sociaal proces waarbij constant bepaalde keuzes worden gemaakt over welke informatie wordt opgenomen in het proces en welke niet

20
Q

nieuwswaardigheid

A

de waarde die een gebeurtenis heeft om geselecteerd te worden als nieuwsitem

21
Q

cultivatietheorie van Gerbner (hypothese + 4 uitgangspunten)

A

H = herhaaldelijke blootstelling aan televisieboodschappen heeft invloed op het wereldbeeld van de kijkers
uitgangspunten =
- televisie als belangrijkste verhalenverteller
- homogene patronen in programma’s
- de niet-selectieve gewoonte
- verhalen op televisie hebben hoog realiteitsgehalte