HO.3 Flashcards
Gegevensbronnen voor criminologen
wat is crimonografie
beschrijvende tak van criminologie
* in kaart brengen van aard en omvang van criminele fenomenen
* interpreteren en nuanceren van cijfers
ontstaan statistische discipline (tijd + naam)
17de eeuw
Petty: regering moet officiële statistieken verzamelen om ‘maatstaf’ van ondeugd en zonde in samenleving te kennen en zo overwogen beslissingen te kunnen maken
statische meting uitgegroeid tot systematische meting (tijd, 2 kenmerken, uitgangspunt)
19de eeuw
kenmerken:
- eerste statistische dataverzameling werd gedragen door overheid
- was noodzakelijk door snelle transformatie van samenleving
positivistisch uitgangspunt: gerechtelijke statistieken vanuit legalistisch standpunt (datgene dat indruist tegen de wet)
gebruik van politiële registraties als indicator van hoeveelheid criminaliteit (tijd, 2 kenmerken)
einde 19de eeuw
kenmerken:
- te veel handelingen die nooit tot bij rechter kwamen
- veel vertekeningen in fasen van verwerking (slechts fractie van reëel gepleegde criminaliteit)
start van zelfrapportagetechnieken (tijd, 2 kenmerken, 2 vormen)
halverwege 20ste eeuw
kenmerken:
- onderzoek voorgelegd aan willekeurige doorsnede bevolking
- dader-slachtofferschap beter in kaart brengen en dark-number probleem oplossen
vormen:
- self-reports (bevraging daders)
- slachtofferenquêtes (bevraging salchtofferschap)
uitbreiding reikwijdte slachtofferenquête (tijd, thema’s in enquête, onderdeel in beleid)
sinds 1990
thema’s:
- specifieke ervaringen slachtoffers
- gevoel van onveiligheid
- angst voor criminaliteit
beleid: veiligheidsbeleid
–> veiligheid garanderen en onveiligheidsgevoelens verminderen
vanaf wanneer begonnen we gegevens elektronisch op te slaan?
einde 20ste eeuw
leidde tot nieuwe perspectieven