Histologie Flashcards
Wat is keratine
Eiwit dat belangrijk is voor de vorming van het cytoskelet. Kan gebruikt worden voor vorming van keratinefilamenten. K8 komt voor in eenlagig epitheel, K10 in meerlagig epitheel
Wat betekent celpolariteit
In een epitheelcel zijn bepaalde regio’s aanwezig die functioneel verschillend zijn
Wat is apicaal terug te vinden in een epitheelcel
Apicaal betekent naar het lumen gericht.
- Microvilli; vingervormige uitstulpingen voor oppervlaktevergroting
- Cilia; trilharen
- Stereocilia; onbeweeglijke cilia
- Flagellen; bij spermatozoa
Wat is basaal terug te vinden in een epitheelcel
Basaal betekent naar de basale membraan gericht, de basale membraan wordt aangemaakt door epitheelcellen (lamina basalis) en bindweefselcellen (lamina reticularis). Ook zijn hier hemidesmosomen terug te vinden, welke ervoor zorgen dat de epitheelcellen vastzitten op de lamina basalis.
Wat is lateraal terug te vinden in een epitheelcel
- Celjuncties; verbindingen tussen cellen, occludens (afsluitend), adhaerens (aan elkaar vast), nexus (met elkaar communiceren)
- Macula adhaerens/desmosoom
- CAMs; celadhesiemoleculen
Welke celvormen zijn er
- Plaveisel; plat, nodig thv longen
- Kubisch; vierkant, op plekken met veel uitwisseling, zoals urine en bloed
- Cilindrisch; rechthoekig, meer plaats voor organellen aanwezig
Wat is een tonofibril
Een bundel van tonofilamenten/keratinocyten, welke keratinefilamenten zijn in meerlagig plaveiselepitheel
Wat zijn de eigenschappen van overgangsepitheel
Enkel te vinden thv urinewegen en urineblaas. Kan ervoor zorgen dat epitheel soms dens is en soms heel uitgerekt dmv paraplucellen
Wat is endocrien
Je zal altijd te maken hebben met hormonen die via de bloedbaan worden vervoerd. Deze cellen zullen hun secretieproduct via exocytose uitscheiden.
Wat is exocrien
Het secretieproduct zal worden uitgescheiden in het lumen om vervolgens vervoerd te worden via een afvoergang. Er is dus verbinding met de buitenwereld
Hoe kan je een klier typeren
- Aantal cellen; eencellig, meercellig
- Vorm; tubulair, acinair
- Afvoergangen; enkelvoudig, samengesteld
- Secreet; sereus (donker, eiwitrijk), muceus (licht, blazig, suiker, weggedrukt)
- Secretiewijze; merocrien/eccrien (cel niet beschadigd, granula uitscheiden), holocrien (cel en product uitgescheiden, talg), apocrien (je verliest een deel, maar cel herstelt weer)
Wat zijn de functies van bindweefsel
Steun, transport, bescherming, herstel, opslag
Wat zijn glycoproteïnen
Complexen van eiwitten en koolhydraten, net als proteoglycanen. Proteoglycanen hebben een lineaire polysaccharideketen, glycoproteïnen niet. Glycoproteïnen spelen een rol bij interacties tussen cellen en hechting van cellen aan vezels of andere componenten van de matrix.
Wat is fibronectine
Gesynthetiseerd door epitheel- en bindweefselcellen. Bindt met cellen, glycosaminoglycanen (GAGs) en collageen en speelt een rol in adhesie en migratie
Wat is laminine
Zorgt voor hechting van epitheelcellen aan de basale membraan
Wat is chondronectine
Gesynthetiseerd door kraakbeencellen en hecht deze aan type II collageen
Beschrijf de biosynthese
- Intracellulaire fase; polypeptide synthetiseren (1#), alfa ketens vormen (2#), hydroxylering en vorming procollageen (3#), transport procollageen naar GA
- Secretiefase; vrijstellen procollageen, ontstaan tropocollageen
- Extracellulaire fase; polymerisatie tropocollageen, basisfibril ontstaat (4#)
Beschrijf collageen
Voornaamste bindweefselvezel, gerangschikt in bundels. Biedt grote weerstand tegen trekkrachten, maar weinig rekbaar. Verschillende typen; I; huid, pees, bloedvaten, bot, organen II; kraakbeen III; reticuline IV; basaal membraan VII; verankering
Beschrijf reticuline
Opgebouwd uit collageen type III. Vormen fijne netwerken en stek geassocieerd met glycoproteïnen en proteoglycanen, ook rijk aan koolhydraatketens.
Beschrijf elastine
Zeer elastische vezels, bevatten desmosine en isodesmosine die zorgen voor elasticiteit en een gele kleur. Vezels zijn niet opgebouwd uit fibrillen en vertonen geen dwarsstreping. Kunnen gekleurd worden met orceïne
Welke cellen behoren tot de vaste cellen
Dit type cellen ontstaat door deling. Het is een stabiele en langlevende populatie.
- Fibroblast; produceren grondsubstantie en bindweefselvezels
- Fibrocyt; bevinden zich in gevormde matrix
- Mestcellen; vooral thv dermis, darm en luchtwegen, zijn een factor bij vorming, opslag en afgifte van mediatoren en zorgen voor allergische reacties
- Vetcellen
- Pericyten
- Pigmentcellen
Welke cellen behoren tot de vaste/vrije cellen
- Macrofagen; fagocyterende eigenschappen en onderdeel van verdedigingsmechanismen
- Cellen van Langerhans; afkomstig van beenmerg, dendritische antigeen presenterende cellen
Welke cellen behoren tot de vrije cellen
Deze populatie wordt vervangen door een populatie stamcellen uit het beenmerg, de passenger leukocytes
- Plasmacellen; memory B cells, produceren antilichamen
- Lymfocyten
- Granulocyten
- Monocyten
Welke bindweefseltypen zijn er
- Losmazig; meest verspreid, los geweven en verbindt naastliggende cellen
- Dicht/dens; meer bindweefselvezels, georganiseerd in bundels en minder vevormbaar, onderscheid tussen regelmatig en onregelmatig
Beschrijf vetweefsel
Voornamelijk opgebouwd uit adipocyten en zeer veel bloedvaten aanwezig. Er bestaan 2 soorten
- Wit vetweefsel; univacuolair, komt overal in het lichaam voor, kern en cytoplasma weggedrukt naar periferie
- Bruin vetweefsel; plurivacuolair, bij pasgeborenen aanwezig en georganiseerd in strengen, voornamelijk warmteproductie en zeer veel mitochondriën aanwezig
Wat zijn de functies van kraakbeen
Steun, verbinding van botten, glijoppervlak van gewrichten en rol bij aanleg en lengtegroei van pijpbeenderen
Wat is chondronectine
Wordt geproduceerd door kraakbeencellen en bevindt zich in glycoproteïnen van de grondsubstantie van de kraakbeenmatrix. Dit zorgt voor de aanhechting van type II collageen.
Waardoor heeft de kraakbeenmatrix veerkracht
- Elektrostatische verbindingen tussen collageen en GAG zijketens
- Vasthouden van water door - geladen GAG zijketens
- Buigzaamheid en verschuifbaarheid collageen
Wat is het verschil tussen territoriale en interterritoriale matrix
Territoriaal bevindt zich direct rond chrondrocyten en bestaat hoofdzakelijk uit GAG, interterritoriaal bestaat uit eiwitvezels
Waardoor wordt synthese van GAGs beïnvloed
Gaat omhoog door groeihormoon, T4 en testosteron, gaat omlaag door cortison, hydrocortison en oestradiol
Wat is het perichondrium
Kapsel van dicht bindweefsel dat het kraakbeen bijna volledig omsluit. Bevat bloedvaten, wat zorgt voor toevoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen. Het bestaat uit een fibreuze laag en een chondrogene/celrijke laag.
Bespreek de histogenese van kraakbeen
- Proliferatie van ongedifferentieerde mesenchymcellen
- Ontstaan van celrijk weefsel
- Mesenchymcellen differentiëren tot chondroblasten
- Cellen wijken uiteen door productie matrix
- Vorming isogene groepen door deling kraakbeencellen
- Differentiatie van binnen naar buiten
Hoe groeit kraakbeen
Appositioneel door differentiatie van oppervlakkige perichondriumcellen tot kraakbeencellen of interstitieel door deling van bestaande chondroblasten en chondrocyten
Welke soorten kraakbeen zijn er
- Hyalien; meest voorkomend, vooral type II collageen
- Elastisch; buigbaar, gele tint door elastine
- Vezelig; sterkst en meest duurzaam, bestand tegen trekkrachten, collageen type I, isogene groepen in rijen
Wat zijn de functies van botweefsel
Steun, bescherming organen, beweging, aanmaak bloedcellen, opslag voor mineralen
Wat is een diafyse
Centraal cilindervormig deel van bot, wand bestaat uit compact bot en centrum is hol
Wat is een epifyse
Aan beide uiteinden van pijpbeen, plaats voor aanhechting spieren, bestaan uit spongieus bot en bevatten rood beenmerg.
Wat is periost
Periosteum/beenvlies. Bedekt het buitenoppervlak van beenderen. Binnenste laag is osteogeen en bestaat uit veel cellen. Buitenste laag is fibreus en bevat veel vezels. Stevige verankering door vezels van Sharpay.
Wat is endost
Endosteum. Bedekt het binnenoppervlak van bot van de diafysewand. Omgeeft ook mergholte van lange pijpbeenderen en hiermee verbonden kanalen.
Wat is osteoïd
Niet verkalkte botmatrix