Histologie Flashcards

1
Q

Wat zijn de 5 soorten cellen waaruit de respiratoire epitheel bestaat?

A
Cilindrische epitheel (met cilia)
Slijmbekercellen
Brushcellen
Kleine granule cellen
basaalcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is belangrijk voor het verwijderen van mucus?

A

Cilia op cilindrische epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke cellen produceren mucus? wat blijft achter in mucus?

A

Slijmbekercellen. Bacteiren blijven achter in mucus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke cellen hebben een chemosensorische functie?

A

Brushcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke type cellen zijn stamcellen die tot andere cel typen uitgroeien?

A

Basaalcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt steeds belangrijker naarmate de bronchiën kleiner worden?

A

Elastische vezels, gladde spieren en MALT (mucosa associated lymphoid tissue)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn claracellen?

A

Cellen die componenten voor surfactent uitscheiden.

Zij dragen ook bij aan het afbraak van mucus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heten de gaten in de wand van alveoli?

A

De poriën van Kohn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke immuuncellen zijn aanwezig in grote getallen in de longen?

A

Macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly