Hfst 5 tm 11

Question 1

Turborotonde

Answer 1

Rotonde met 2 of meer rijstroken

Question 2

Mini rotonde

Answer 2

Voorrangsrotonde, 1 strook

Question 3

Erf

Answer 3

15 rijden

Question 4

Stilstaan op een kruispunt mag als:

Answer 4

• je op een voorrangsweg rijdt en linksaf slaat

- je een voorrangsvoertuig voor moet laten gaan

Question 5

Gelijkwaardig kruispunt

Answer 5

Kruispunt zonder borden of tekens en geen onverharde weg

Question 6

Ongelijkwaardig kruispunt

Answer 6

Kruispunt met borden of tekens

Question 7

Omverharde weg

Answer 7

Moeten bestuurders op verharde weg voorrang verlenen

Question 8

Voorrangsregeling tram:

Answer 8

• gelijkwaardig kruispunt van links of rechts komt

- van voor of achyer nadert en je voertuig moet kruisen

Question 9

Voorrangsregeling militaire colonne

Answer 9

• als 1e voertuig colonne is geoasseerd mag je niet doorsnijden
• op voorrangsweg na 1e voertuig wel doorsnijden

Question 10

Voorrangsregeling uitvaartstoet

Answer 10

Zelfde als militaire colonne

Question 11

Brommobiel rijdt:

Answer 11

Binnen en buiten kom 45

Question 12

Autosnelweg

Answer 12

130 max

Question 13

Max snelheid met aanhangswagen

Answer 13

• buiten kom 80

- als gewicht niet meer dan 3500kg mag 90 rijden

Question 14

Afstand houden

Answer 14

2 sec vanaf

Question 15

Berekening hvl m per sec bij snelheid hebr afgelegd

Answer 15

Snelheid:2+10%
Vb:: 80km:2=40 -> 40+10%=44 m

Question 16

Stopafstand

Answer 16

Reactieafstand+ remafstand

Question 17

Je mag niet stilstaan bij:

Answer 17

• kruispunt of overweg
• op fietsstrook
• binnen 5 m voor zebra
• tunnel
• busstrook

Question 18

Parkeerschijfzone

Answer 18

Heeft blauwe streep langs stoep, mag niet tussendoor schijf instellen

Question 19

File

Answer 19

• verstandig alarmlichten voor waarschuwing

- motors mogen 10 tussen file rijden

Question 20

Voertuig slepen:

Answer 20

• verboden als afstand tussen auto en gesleept voertuig meer dan 5 m is
• beide bestuurders moeten rijbewijs hebben
• beide alarmlichten aan

Question 21

Hulpverlening:

Answer 21

• stabiele zijligging
• reanimatie
• mond op mond beademing

Question 22

Hulp in auto in water:

Answer 22

1. Verlichting aan
   2 gordels los
2. Open zijraam
3. Verlaat auto

Question 23

Rechts inhalen toegestaan als:

Answer 23

• vlak voor en op rotondes
• rechts van blokmarkering rijdt
• file
• tram

Question 24

Ritsen

Answer 24

Wisselen van rijstrook als het 1 strook wordt

Question 25

Stilstaan =

Answer 25

• mensen laten uitstappen

- onmiddelijk laden en lossen van goederen

Question 26

Richting aanwijzen als:

Answer 26

• autosnelweg 300 m ervoor
• autoweg 150 m ervoor
• 70 km weg: 200 m ervoor
• 50 km weg: 100m ervoor

Question 27

Geel waarschuwingslicht waarschuwt voor:

Answer 27

• langzaam rijdend zwaar transport
• buitengewoon breed voertuig
• ongeval
• werkzaamheden

Question 28

Dimlicht

Answer 28

Aandoen bij schemering en donker, soms overdag aan

Question 29

Dagrijlicht

Answer 29

Beter zichtbaar overdag

Question 30

Groot licht

Answer 30

Verboden overdag en als andere weggebruikers je tegen komen

Question 31

Verlichting tijdens stilstaan

Answer 31

Bij nacht of slecht zicht

Question 32

Lichten bij regen:

Answer 32

• bij zware regen mag je dimlicht en mistlicht aandoen

- geen mistachterlicht aan

Question 33

Aquaplanning=

Answer 33

Als sporen op weg vol staan met water

Question 34

Rijden in mist:

Answer 34

• 3sec afstand
• niet inhalen
• bij zicht minder dan 50m mistachterlicht aan
• bij zicht minder dan 200m dimlicht en mistlicht aan

Question 35

Rijden in sneeuw

Answer 35

Zicht minder dan 50m mistachterlicht aan en dimlicht

Question 36

Winterbanden

Answer 36

4 mm