Hfst 1 tm 4 Flashcards

1
Q

Polderblindheid

A

Lang rijden op een lange weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Alcohol

Beginnend bestuurder promille

A

0,2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alcohol eevaren bestuurder promille

A

0,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rijbewijs a

A

Motorvoertuig op 2 wielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rijbewijs am

A

Bromfietsers, scooters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rijbewijs b

A
  • personenauto voor 8 personen
  • aanhangwagen max 750kg
  • gecombineerd max massa 3500kg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rijbewijs c

A

Zware bestelwagens en vrachtauto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rijbewijs d

A

Bussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rijbewijs e

A

Zwaardere aanhangwagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rijbewijs geldig hvl jaar

A

10 jaar

- na 65jaar per 5 jaar verlengd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Papieren kentekenbewijs bestaat uit

A
  • voertuigbewijs
  • tenaanstellingsbewijs
  • overschrijvingsbewijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kinderzitje:

A

Kinderen onder 18 jaar en kleiner dan 1,35

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wa verzekering:

A

Verplicht en vegoedt schade waarvoor iemand volgens burgerlijk recht aansprakelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Overtredingen

A

Rijden door rood, te hard rijden enz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Misdrijven

A

Rijden onder invloed, joyriden enz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lema

A

Verplichte cursus over risico’s van alcoholgebruik in het verkeer

Beginnend: 0,5
Ervaren:0,8

17
Q

Ema

A

Beginnend: 0,8
Ervaren: 1

18
Q

Emg(educatieve maatregel gedrag en verkeer)

A

Leren veilig deelnemen aan verkeer. Moet je volgen als:

  • iemand gevaarlijk rijgedrag toont
  • iemand in bebouwde kom 50 km t hard rijdt
19
Q

Matrixbord

A

Elektronische verkeersbord

20
Q

Geel knipperlicht

A

Staat bij gevaarlijke punten

21
Q

Overweglicht

A

Wit kun je oversteken

22
Q

Bruglicht

A

Rood licht moet je stoppen

23
Q

Volgorde verkeersregels

A

1 aanwijzingen
2 verkeerslichten
3 verkeersteken op borden of weg
4 verkeersregels

24
Q

Obstakels

A

Als obstakel op jouw weghelft is moet je tegemoetkomend verkeer voor laten gaan

25
Q

Autoweg

A
  • groene opvulling tussen lijnen
  • max 100
  • min 50
26
Q

Autosnelweg

A

Max 130

Min 60

27
Q

Gele lijnen

A

Tijdelijke wegaanduidingen of strepen

28
Q

Wegwerkzaamheden

A

Meestal 2 km vanaf aangegeven

29
Q

Bushalte

A

Binnnen bebouwde kom moet je alle bussen voor laten gaan als ze willen wegrijden

30
Q

Tram halter

A

Als er geen vluchtheuvel is moet je de passagiers voor laten gaan

31
Q

N weg

A

Hoofdverkeersweg die geen autosnelweg is in nl. Nummer staat op geel vlakje

32
Q

A weg

A

Autosnelweg

33
Q

E weg

A

Europese autosnelweg, maar ook autowegen en andere doorgaande weg

34
Q

Weven=

A

Gelijktijdig in en uitvoegen

35
Q

Vrijwaringsbewijs=

A

Een document dat het kenteken niet meer op jouw naam staat

36
Q

Max snelheid bromfiets op fietspad binnen kom is

A

30

37
Q

Welke banden geven meer risico op aquaplanning

A

Brede zomerbanden