Hfst 10: self-completion questionnaires Flashcards

1
Q

nadelen

A
  • Je kan niet peilen, noch hints geven.
  • Je kan enkel markante vragen stellen. Met andere woorden, ze moeten
    betrekking hebben tot de respondent vooraleer hij de lijst saai gaat
    vinden.
  • Je kan niet al te veel open-ended of complexe vragen includeren.
  • De respondent kan de hele lijst bezien voordat hij antwoordt (question
    order effects – zie HS 5). Je weet dus niet of de vragen in
    chronologische volgorde zijn beantwoordt, noch zijn de vragen volledig
    onafhankelijk van mekaar.
  • Er is geen zekerheid dat je juiste persoon antwoordt.
  • Je kan het milieu van de respondent moeilijk bestuderen.
  • De respondent kan moeilijkheden hebben indien er veel vragen zijn
    (fatigue – vermoeidheid)
  • Mensen met een gebrek aan literaire vaardigheid zijn uitgesloten van
    deelname.
  • Je loopt een groter risico om data te mislopen.
  • Lagere response rate (+85%, excellent; -50%, onaanvaardaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voordelen

A
  • Goedkoper en makkelijker toe te dienen (dus ook bij wijd verspreide
    populaties).
  • Afwezigheid van de interviewer-effecten (zie vorig hoofdstuk)
  • Minder interviewer-variatie.
  • Eenvoudiger voor de respondenten. Ze doen het wanneer ze willen, en
    tegen de snelheid die ze willen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

researcher driven diaries =

A

een alternatief voor gestructureerde observatie in kwantitatief onderzoek, wanneer onderzoeksvragen specifiek te maken hebben met menselijke gedragingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly