hfd. 4 begrippen van 4.1,2,3 Flashcards

1
Q

autarkie

A

toestand waarbij er sprake is van zelf voorziening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

domein

A

landgoed van edelman, bisschop of abt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schatting

A

een vast bedrag dat jaarlijks moet worden betaald om door een vijandig volk met rust te worden gelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vazal

A

een krijger die een eed van trouw heeft afgelegd aan de koning en door de koning word onderhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leen

A

een stuk grond dat de leenman mag gebruiken om van te leven, maar dat eigendom blijft van de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leenman

A

de ontvanger van leen. in ruil voor het leen moet de leenman helpen bij het bestuur en in de oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leenheer

A

de vorst die in ruil voor bepaalde diensten grond in leen geeft aan een leenman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

feodalisme

A

systeem waarbij de leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zendgraaf

A

iemand die namens de koning controleert of een bestuur of rechter zijn werk moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hofstelsel

A

een systeem waarbij een deel van de grond van de heer is en het andere deel wordt verpacht aan horigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

horigen

A

boer met akker waar hij pacht voor betaald aan de heer. hij moet een vast aantal dagen werken op het land en moet herendiensten verrichten. hij mag het domein niet verlaten zonder toestemming van de heer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

herendiensten

A

klussen die de horigen moeten opknappen voor de heer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stedelijk-agrarische samenleving

A

samenleving waarin de meeste mensen op het platteland wonen en van de landbouw leven, maar er zijn ooksteden met kooplui en ambachtslieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zelfvoorzienend

A

vrijwel alles wat nodig is om te leven wordt op de plek zelf verbouwd en geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geestelijke

A

een geestelijke werkt voor de kerk. zoals Dominees en priesters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hedsjra

A

de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina in 622: het begin van de Islamitische jaartelling

17
Q

Islam

A

Godsdienst die is ontstaan op het Arabisch schiereiland en is gesticht door Mohammed

18
Q

jihad

A

heilige oorlog van de moslims

19
Q

missionaris

A

Christen die zijn geloof verspreid onder mensen van andere geloven.

20
Q

profeet

A

iemand die boodschappen van God door geeft. Voor de moslims is Mohammed de profeet van Allah.

21
Q

Rooms-katholiek

A

hoort bij een deel van het Christendom dat gehoorzaam is aan de bisschop van Rome: de paus