hfd. 4 begrippen van 4.1,2,3 Flashcards
autarkie
toestand waarbij er sprake is van zelf voorziening.
domein
landgoed van edelman, bisschop of abt.
schatting
een vast bedrag dat jaarlijks moet worden betaald om door een vijandig volk met rust te worden gelaten
vazal
een krijger die een eed van trouw heeft afgelegd aan de koning en door de koning word onderhouden.
leen
een stuk grond dat de leenman mag gebruiken om van te leven, maar dat eigendom blijft van de koning
leenman
de ontvanger van leen. in ruil voor het leen moet de leenman helpen bij het bestuur en in de oorlog.
leenheer
de vorst die in ruil voor bepaalde diensten grond in leen geeft aan een leenman
feodalisme
systeem waarbij de leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten
zendgraaf
iemand die namens de koning controleert of een bestuur of rechter zijn werk moet doen
hofstelsel
een systeem waarbij een deel van de grond van de heer is en het andere deel wordt verpacht aan horigen
horigen
boer met akker waar hij pacht voor betaald aan de heer. hij moet een vast aantal dagen werken op het land en moet herendiensten verrichten. hij mag het domein niet verlaten zonder toestemming van de heer.
herendiensten
klussen die de horigen moeten opknappen voor de heer.
stedelijk-agrarische samenleving
samenleving waarin de meeste mensen op het platteland wonen en van de landbouw leven, maar er zijn ooksteden met kooplui en ambachtslieden
zelfvoorzienend
vrijwel alles wat nodig is om te leven wordt op de plek zelf verbouwd en geproduceerd.
geestelijke
een geestelijke werkt voor de kerk. zoals Dominees en priesters.