Het Imperfectum - Irreguliere Verba Flashcards
1
Q
Aandoen
(To put on)
A
Deen aan / deden aan
2
Q
Bezoeken
To visit
A
Bezocht
Bezochten
3
Q
Aandoen
To put on
A
Deed aan
Deden aan
4
Q
Begrijpen
To understand
A
Begreep
Begrepen
5
Q
Verkopen
To sell
A
Verkocht
Verkochten