herhalen wiskunde Flashcards
een kwart= .... kies uit: A)¼ B)⅖ C)⅝
A)
de helft=
A)¼
B)⅝
C)½
C)
een kwart van 32
= 8
want ¼ van 32 dus 32:4= 8 8x1= 8
de helft van 90
= 45
want ½ van 90 dus 90:2=45 45x1=45
of 80:2= 40 en 10:2=5 40+5=45
rangschik de getallen:
46,64,44
… >…>…
het grootste is: 64
dan: 46
dan: 44
de ‘bekjes’ staan altijd naar het grootste getal gericht dus het is van klein naar groot
rangschik de getallen:
99,100,98
….
eerst: 98
dan: 99
dan: 100
want van klein naar groot!
vul het rijtje aan:
97, 95,93,91,…,….,….,
het zijn sprongetjes van -2
dus 91-2= 89 89-2= 87 87-2=85
vul het rijtje aan:
24,32,40,48,…,….,….
sprongetjes van +8
dus 48+8= 56 56+8=64 64+8=72
⅖ van 15 =
=6
eerst gedeeld door het onderste getal, dan het bovenste getal
15:5=3 3x2=6
⅘ van 10=
10:5= 2 2x4= 8
dus 8
½ van 28=
28:2= 14 14x1= 14
of 20:2= 10 + 8:2=4 10+4=14
A)240:8=
B)630:9=
C)160:4=
nul wegdoen
24: 8= 3 en nul bijzetten dus 30
63: 9=7 en nul bijzetten dus 70
16: 4=4 en nul bijzetten dus 40
A)300:2=
B)520:4=
C)840:7=
tussenstapjes: maak het gemakkelijk
als we bij deze oefeningen de nul wegdoen, is er geen tafel die we kennen
A) maar 300 splitsen in 200 en 100
200:2=100 100:2=50 100+50=150
B) 520 splitsen in 400 en 120
400:2=200 120:2=60(denk aan 0 wegdoen) 200+60:260
C) 840 splitsen in 700 en 140
700:7= 100 140:7=20( denk aan 0 wegdoen)
dus tip: gemakkelijk maken: 2--> 200 4-->400 7-->700
A)80+20+234=
B)68+14=
C)987-99=
tip: zet de gemakkelijk bij elkaar optellende samen
dus A) 80+20= 100 100+234= 334
B) 60+10= 70 8+4=12 70+12=82
C)987-100= 887 +1 = 888
hoeveel krijg je terug: … euro … cent
je moet €0,83 betalen maar je geeft €1
1 euro= 100 cent
dus 100-83= 17 dus 0 euro 17 cent
kan ook in stapjes: 100-80=20 20-3=17
hoeveel krijg je terug: … euro … cent
je moet €3,50 betalen maar je geeft €5
5-3,50= 1,50
in stapjes: 5-3= 2 2-0,50= 1,50
dus 1 euro 50 cent
drie dingen die je weet over de zijden en de hoeken van een vierkant:
4 even lange zijden, 4 rechte hoeken, overstaande zijden zijn evenwijdig
74+128+26+72=
tussenstapjes!
tip: de gemakkelijke om op te tellen samenzetten
26+74= 100 want 20+70= 90 6+4=10 90+10=100
128+72=200 want 128+2=130 + 70= 200
45x5x2=
tussenstapjes!
samenzetten wat gemakkelijk is
dus 5x2=10
45x10= 450 (als iets maal 10 gedaan wordt; steeds nul bijzetten)
3x250=
tussenstapjes!
3x200= 600
3x50=150
tip: denk eerst de nullen weg en zet ze er dan weer bij
4x174=
tussenstapjes!
4x100= 400
4x70=280 ( nul wegdenken en terug bijzetten)
4x4= 16
400+280+16= 696
6x87=
6x80= 480 6x7= 56
480+56= 536
515:5=
500:5=100
15:5=5
100+5= 105
436:4=
400:4= 100
36:4=9
100+9=109
342:3=
300: 3=100
30: 3=10
12: 3=4
100+10+4=114
628:2=
tussenstapjes!
600:2=300
20:2=10
8:2=4
300+10+4=314
85:5=
tussenstapjes!
splitsen: 50 en 35
50: 5=10
35: 5=7
10+7=17
140:4=
tussenstapjes!
ik splits in 120 en 20
120:4=30
20:4=5
30+5=35
36x20=
tussenstapjes!
30x20= 600 ( 2 nullen wegdenken en terug bijzetten)
6x20=120 (1 nul wegdenken en terug bijzetten)
600+120=720
15x30=
10x30=300 ( 2 nullen wegdenken en terug bijzetten)
5x30= 150 (1 nul wegdenken en terug bijzetten)
300+150= 450
750-70=
tussenstapjes!
70 opsplitsen in 50 en 20
dus 750-50=700 700-20=680
132-16=
132-10= 122 122-6= 122-2=120 120-4=116
265+18=
10 splitsen in 10 en 8
en 8 splitsen in 5 en 3
265+10= 275
275+8= 275+5= 300 300+3= 303
84:4=
40:4=10
40:4=10
4:4=1
10+10+1= 21
A)250-80=
B)820-70=
tip: 80 is groter dan 50 dus 80 opsplitsen in 50 en 30
70 groter dan 20 dus 70 opsplitsen in 20 en 50
dus A)250-50=200 200-30= 170
B)820-20= 800 800-50=750
1m=…dm
10