hemato 2 Flashcards

1
Q

Pernicieuze anemie diagnose:

A

macrocytose
vitamine B12 is gedaald!!!
verhoogd bilirubine
zeer hoog LDH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Farmaca die voorspelbaar AA veroorzaken

A

cytostatica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Farmaca die sporadisch AA veroorzaken

A

antibiotica
NSAID, goud, anti-epileptica en
thyreostatica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

MYELODYSPLASIE
patienten onderverdelen op 5 categorien

A

cytogenetica, percentage beenmergblasten, hemoglobine,
plaatjesaantal, en het aantal neutrofielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

NEUTROPENIE
als er een infectie is welk beeld

A

uitgebreide
bronchopneumonie zonder sputum en zonder RX afwijking, pyelonefritis zonder
leukocyturie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

NEUTROPENIE
infectie hoe behandelen

A

vaker grampositief
maar gram negatief is gevaarlijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Polycythemie

bloed anaylse

A

vermeerdering van het aantal rode bloedcellen, met toename
van hemoglobinegehalte en hematocriet

proliferatie van het merg tgv. verworven stamcel dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Polycythemie
gen analyse

A

altijd JAK-2 mutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Polycythemie
kliniek presentatievorm

A

huid rood
extremiteiten rood blauw met raynaud fenomeen
ecchymosen

matige splenomegalie + hepatomegalie

urinezuur => jicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Polycythemie
Alarmtekenen

A

cordecompensatie en cerebrovasculaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

primaire polycythemiatie
evolutie

A

Evolutie
naar fibrose treedt op in 35%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

primaire Polycythemie
Therapie

A

aderlating
Allopurinol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

primaire Polycythemie
Therapie

A

aderlating
Allopurinol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

secundaire Polycythemie

A

gedaalde zuurstofsaturatie
hooggebergte
pulmonaire aandoeningen
Hartaandoeningen
arterioveneuze aneurysmata

normale zuurstofsaturatie
toxische producten
hormoontoediening
Idiopatische erytropoietinestijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Myelofibrose met myeloïde metaplasie
algemeen

A

toename van bindweefsel in het beenmerg en extramedullaire
hematopoiese in lever en milt.
sluimend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Myelofibrose met myeloïde metaplasie
lichamelijk onderzoek

A

Splenomegalie
Hepatomegalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Myelofibrose met myeloïde metaplasie
Laboratorium

A

talrijke jonge cellen van
de granulocytaire
beenmerg is vaak arm
RX van het bot=> osteosclerose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Chronische myeloïde leukemie: CML
genetisch

A

philadelphia ph chromosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Chronische myeloïde leukemie: CML
kliniek

A

anemie, nachtzweten, T°, gewichtsverlies.
splenomegalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Chronische myeloïde leukemie: CML
therapie

A

Hydrea en Interferon , en allogene
stamceltransplantatie, de enige therapie met curatieve intentie
Imatinib

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Een acute leukemie is

A

clonale proliferatie met uitrijpingsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vermoeden diagnose
Leucocytose >30000/µl met blasten

A

spoedopname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Vermoeden diagnose
* Pancytopenie of leucocytose met blasten met koorts T>38°C

A

spoedopname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Vermoeden diagnose
* Pancytopenie of leucocytose met blasten en de novo neurologische symptomen

A

spoedopname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Vermoeden diagnose * Klinisch stollingsprobleem met bloeding en panctyopenie
spoedopname
26
Vermoeden diagnose * Pancytopenie met duidelijke infectiefocus vb pneumonie, al dan niet met koorts
spoedopname
27
Vermoeden diagnose * Hemodynamisch onstabiele pt
spoedopname
28
Vermoeden diagnose Tekens van spontane tumorlyse : hoog LDH, fosfor, urinezuur en eventueel nierinsufficiëntie.
spoedopname
29
Voorafgaand aan of bij diagnose >1% circulerende blasten buiten het kader van een recente toediening van corticoieden moeten steeds verder worden onderzocht, al dan niet in combinatie met een cytopenie in de andere lijnen.
: pt moet binnen de 2-3 dagen gezien worden
30
Voorafgaand aan of bij diagnose * Een nieuw vastgestelde diepe pancytopenie en evolutieve pancytopenie.
: pt moet binnen de 2-3 dagen gezien worden
31
Voorafgaand aan of bij diagnose * Nieuw ontstaan stollingsprobleem met laag fibrinogeen (verdenking APL)
: pt moet binnen de 2-3 dagen gezien worden
32
Voorafgaand aan of bij diagnose * Uitgesproken tandvleeshypertrofie
: pt moet binnen de 2-3 dagen gezien worden
33
Voorafgaand aan of bij diagnose * Op chloromen verdachte huidletsels
: pt moet binnen de 2-3 dagen gezien worden
34
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Koorts >38°C of hypothermie <35°C
spoedopname
35
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld Bloeding
spoedopname
36
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Hemodynamisch onstabiel
spoedopname
37
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Kortademigheid met kuchhoest (cave Pneumocystis)
spoedopname
38
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Mucositis met onvermogen tot adequate po voeding en hydratie.
spoedopname
39
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * de novo neurologisch beeld van verwardheid tot hoofdpijn tot numb chin.
spoedopname
40
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Toename van het aantal circulerende blasten
verwijzing
41
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Instellende niet bedreigende thrombopenie
verwijzing
42
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Gestoorde levertesten
verwijzing
43
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * Herpes zoster, waarbij zelf direct start van aciclovir of valaciclovir.
verwijzing
44
Patiënten bij wie de diagnose is gesteld * De novo huidletsels die passen bij leukemische infiltraten
verwijzing
45
allogeen/ autoloog/ivestigationeel Ernstige congenitale beenmergafwijkingen (vb. thalassemia major) of immuun deficienties (SCID)
Allogeen
46
allogeen/ autoloog/ivestigationeel Ernstige aplastische anemie na falen van immuunsuppressieve therapie. CML na resistentie aan tyrosinekinase-inhibitoren
Allogeen
47
allogeen/ autoloog/ivestigationeel 3. CML na resistentie aan tyrosinekinase-inhibitoren
Allogeen
48
allogeen/ autoloog/ivestigationeel Hoog risico MDS in functie van leeftijd
Allogeen
49
allogeen/ autoloog/ivestigationeel AML - hoog risico in 1e remissie - standaard risico in 1e relaps of 2e remissie.
Allogeen
50
allogeen/ autoloog/ivestigationeel ALL in 2e remissie
Allogeen
51
allogeen/ autoloog/ivestigationeel CLL met 17p- na falen ibrutinib of bij jonge patient na herval binnen de 2 jaar na chemo-immunotherapie.
Allogeen
52
allogeen/ autoloog/ivestigationeel 1. Chemosensitief recidief agressief non Hodgkin lymfoom
Autoloog
53
allogeen/ autoloog/ivestigationeel 2. Chemosensitief recidief Hodgkin
Autoloog
54
allogeen/ autoloog/ivestigationeel 3. Multipel myeloom bij jonge patiënten.
Autoloog
55
allogeen/ autoloog/ivestigationeel 1. Indolente lymfomen
Investigationeel
56
allogeen/ autoloog/ivestigationeel Myelofibrose
Investigationeel
57
allogeen/ autoloog/ivestigationeel 3. Amyloidose
Investigationeel
58
Alarmsymptomen transplant
Spoedopname na contact : Bloeding Koorts Hemodynamische onstabiliteit Progressieve dyspnoe en/of hoest Snelle verwijzing : Huidrash : maculopapulair tot bulleuze dermatitis Oplopende levertesten Diarree meer dan 2 maal per dag Slikstoornissen en mucositis
59
Risicofactoren voor lymfomagenese zijn
Chronische stimulatie van het immuunstelsel door infectie Immortalisatie van lymfocyten door EBV Immortalisatie van lymfocyten door EBV
60
Meest frequent doet een non-Hodgkin lymfoom zich voor als
Pijnloze lymfeklier(pakket)zwelling vaak extranodale haarden koorts, vermagering, zweten Anemie, neutropenie, thrombopenie in geval van beenmerginvasie.
61
Meest frequent doet een non-Hodgkin lymfoom zich voor als
Pijnloze lymfeklier(pakket)zwelling vaak extranodale haarden koorts, vermagering, zweten Anemie, neutropenie, thrombopenie in geval van beenmerginvasie.
62
MULTIPEL MYELOOM (MM) MGUS=> myeloom als?
slimcrab calcemie renal failure anemie bone lesions sixty licht keten verhouding MRI botletsels