Heidegger Flashcards

1
Q

Hoe zet Heidegger de fenomenologie in?

A

Hij gebruikt het als methode om een antwoord te vinden op de vraag naar het zijn (ontologie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 vooroordelen/aannames zijn er over het zijn volgens Heidegger? En wat vind hij daarvan?

A
  • meest algemene begrip
  • ondefinieerbaar (wat geen reden is om het niet te onderzoeken)
  • vanzelfsprekend (we maken er veel gebruik van zonder het echt te begrijpen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen wetenschap en filosofie volgens Heidegger?

A

Wetenschap:

  • specifieke kennisgebieden
  • ontisch: zijnden/dingen/objecten -> erzijn / existentie / existentieel
  • veronderstelt dat die dingen er zijn

Stellen geen vraag naar het zijn van die dingen

Filosofie:

  • analyseren de veronderstellingen van de kennisgebieden van de wetenschap
  • ontologisch: stellen de vraag naar het zijn (essentiële structuren) van die dingen -> algemeen / essentie / existeniaal


Het zijn dus verschillende niveau’s

ALLEDAAGS: oeh wat een mooi schilderij!
WETENSCHAP: hmm waar is dat schilderij van gemaakt en wat is de geschiedenis ervan?
FILOSOFIE: wat is kunst eigenlijk? -> algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom heeft de zijnsvraag volgens Heidegger zowel een ontologische als een ontische voorrang?

A

Ontologisch:

Het is de meest fundamentele (en algemene) vraag van de filosofie en wetenschap.

Het zijn is geen object in de wereld maar onderliggend aan alles.

Hiërarchie:

  • dingen (wetenschap)
  • het zijn van die dingen (ontologie)
  • het zijn van het zijn in het algemeen (algemene ontologie)

Ontisch:

De zijnsvraag (het zin van het leven) is de meest fundamentele vraag voor ALLE mensen.

Wetenschap is een manier waarop we de wereld ervaren (geen abstract systeem, maar relatie tussen mens en wereld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly