Derrida Flashcards
Derrida is bekend om zijn term ‘deconstructie’, wat is dat?
De ontmanteling van impliciete aannames en loyaliteit aan bepaalde ideeën
Wat vind Derrida van Metafysica?
Metafysica verstaat Derrida als de metafysica van de AANWEZIGHEID. Dus iets permanent / stabiel / substantie / fundament (denk plato / descartes).
Derrida geloof niet in een absolute waarheid zoals de metafysica die probeert te onderzoeken. Maar hij noemt dat niet als een stelling, wat dat zou weer metafysisch zijn. Dus analyseert hij de metafysica en legt hij de aannames daarvan bloot.
Waarom is taal belangrijk voor de metafysica en wat zegt Derrida daarover?
In de metafysica lijkt ‘waarheid’ onlosmakelijk verbonden met ‘logos’: rede, taal, stem/spraak en schrift.
De westerse cultuur heeft namelijk de aanname dat de werkelijkheid redelijk is (logocentrisme).
Daarbij is taal de manier waarop we die redelijkheid tot uiting brengen, waarbij de gesproken woord bovenaan staat de hiërarchie en daarna de geschreven (want het is een afgeleide van de gesproken woord die in real time / op het moment zelf AANWEZIG). -> fonocentrisme
Derrida ziet taal echter net als Wittgenstein als een spel van verwijzingen. Het is niet stabiel (betekenissen kunnen veranderen) en het is een eindeloze verwijzing aangezien we geen directe toegang hebben tot de werkelijkheid. Dus zowel de spraak als het schrift, zijn beide afgeleiden en ‘een teken van het teken’.
Wat vind Derrida van Heidegger, Nietzsche en Hegel?
Heidegger zegt een nieuw soort metafysica te brengen, maar hij gebruikt nog steeds veel oude metafysische woorden en uitspraken zoals ‘stem van het zijn’ (typisch metafysisch fonocentrisme en aanwezigheid).
Nietzsche gaat wel in de juiste richting volgens Derrida omdat hij de voorkeur geeft aan de schrift (ipv de stem zoals in de metafysica) en hij zoekt niet naar grondslagen maar is relativistisch (tegengesteld aan wat een typisch metafysicus zou doen).
Ook Hegel blijft binnen de kaders van de metafysica. Zijn hele filosofie kan samengevat worden in de ‘redelijkheid’ (logos) en gaat om de aanwezigheid van de absolute geest.