Heb je zin? 2.1 Flashcards
1
Q
Reeks
A
Series
2
Q
Vertaling
A
Translation
3
Q
Ondertiteling
A
Subtitles
4
Q
Behandelen
A
Focusing, treat, handle
5
Q
Begrijpen
A
Understand
6
Q
Benieuwd
A
Curious
7
Q
Samenvatting
A
Summary
8
Q
Gecompliceerd
A
Complicated
9
Q
Huilen
A
Crying
10
Q
Troosten
A
Comforting
11
Q
Verliefd
A
In love
12
Q
Onhandige
A
Awkward
13
Q
Beloven
A
Promise
14
Q
Maak je maar geen zorgen
A
Please don’t worry
15
Q
Wees niet ongerust
A
Don’t worry