HC8: stemmingsstoornissen en zelfmoord Flashcards
Depressie
Een negatieve gemoedsstatus gekenmerkt door een hoge mate van verdrietigheid, verminderde energie, verminderde zelfwaarde, schuldgevoelens of gerelateerde symptomen
Manie
Een gemoedstoestand van extreme euforie of activiteit waarbij mensen geloven dat de wereld aan hun voeten ligt
Manie
Een gemoedstoestand van extreme euforie of activiteit waarbij mensen geloven dat de wereld aan hun voeten ligt
Depressieve stoornissen
Een groep stoornissen gekenmerkt door unipolaire depressie
Unipolaire depressie
Depressie zonder een (geschiedenis van) manie
Bipolaire stoornis
Een stoornis gekenmerkt door afwisselende of gemengde periodes van manie en depressie
Unipolaire Depressie: De depressieve stoornissen
Hoe vaak komt unipolaire depressie voor?
- 8% prevalentie per jaar + 5% heeft last van mildere vormen
- 20% lifetime prevalentie
- Gemiddelde leeftijd bij begin van de stoornis is 19 jaar
- Komt vaker voor bij mensen met lager inkomen
- (cijfers VS)
Unipolaire Depressie: De depressieve stoornissen
Symptomen
Emotionele symptomen
* Miserabele, lege of vernederde gevoelens
* Gebrek aan plezier/positiviteit
Motivationele symptomen
* Gebrek aan drive, initiatief of spontaniteit
* Tussen 6 en 15% van personen met een ernstige depressie sterft aan suicide
Gedragssymptomen
* Minder actief en productief, soms vertraagde bewegingen en spraak
Cognitieve symptomen
* Negatieve zelfperceptie
* Zelfkritiek; tegenslagen zijn eigen schuld
* Pessimistisch
Fysieke symptomen
* Hoofdpijn, duizeligheid en/of pijnklachten
DSM-5 categoriseert verschillende depressieve stoornissen
- Major depressive disorder
- Persistent depressive disorder
- Premenstrual dysphoric disorder
Major depressive episode
- Gedurende minstens 2 weken: depressieve gemoedstoestand voor het merendeel van de dag en/of een vermindering van plezier of interesses in de meeste activiteiten voor het grootste deel van de dagen
Binnen dezelfde 2 weken, tenminste 3 of 4 van de volgende symptomen:
* Verandering van gewicht of trek
* Slaapproblemen (insomnia of hypersomnia)
* Geagiteerdheid of verminderde activiteit
* Vermoeidheid of lethargie
* Geen patroon van manie of hypomanie
* Gevoelens van waardeloosheid of schuld
* Verminderde concentratie of besluitvaardigheid
* Herhaalde focus op de dood of suicide, een suicideplan of een suicide poging.
Significante last of interferentie met het dagelijkse leven
Persistent depressive disorder
- Persoon heeft last van symptomen van ernstige of milde depressie ≥ 2j
- Gedurende deze 2 jaar zijn de symptomen niet afwezig voor meer dan 2 maanden
- Geen geschiedenis van manie of hypomanie
- Significante last of interferentie met het dagelijkse leven
Het biologische model van unipolaire depressie
Biologische benadering
- Studies naar genetische factoren, biochemische factoren, hersencircuits en het
immuunsysteem wijzen op een biologische verklaring voor unipolaire depressie - Genetische factoren
- Familie studies
- Tweelingen studies
- Genetische studies
– Moleculaire biologie (bv., sorotonine transporter gen; 5-HTT) - Biochemische factoren
- Verlaagde activiteit van twee neurotransmitters: serotonine en norepinefrine
– Ontdekt op basis van testen met medicatie voor hoge bloeddruk en eerste antidepressiva
– Later meer gedetailleerde studies naar interacties tussen neurotransmitter - Hormonen en de HPA-as
– Stress-as overgeactiveerd
Het biologische model van unipolaire depressie
Hersencircuits en immuun systeem
- Dysfuncties in bepaalde circuits
- Beeldvormingstudies
- Subgenual cingulate heeft een specifieke bijdrage
- Abnormale activatie en bloeddoorstroming in een aantal hersengebieden
- Structurele problemen: interconnectiviteit
- Abnormale neurotransmitter activiteit
Immuun systeem
* Bij extreme stress treedt er disregulatie op van het immuunsysteem en dit draagt bij aan de ontwikkeling van depressie
– Vertraagd functioneren van lymfocyten, toename CRP en sterkere ontstekingsreacties
* Verhoogde incidentie van migraine, prikkelbare darm syndroom, chronische vermoeidheid, artritis en andere problemen veroorzaakt door CPR productie en ontstekingsreacties
Biologische behandelingen voor unipolaire depressie
Biologische benaderingen: antidepressiva
Antidepressiva
* Rond de jaren 1950 werden twee verschillende types medicatie ontdekt die symptomen van depressie verminderen
* Monoamine oxidase (MAO) inhibitors
* Tricyclics (verzamelnaam)
* Deze medicatie zijn recent aangevuld met de tweede-generatie antidepressiva
- MAO inhibitors
- Biochemisch werkingsmechanisme verloopt via het verminderen van de productie van MAO (monoamine oxidase)
- MAO breekt normal gezien serotonine en norepinefrine af
- Kan verhoogde bloeddruk veroorzaken wanneer gecombineerd met bepaalde typische
voedingsmiddelen (bv., kaas) - Ongeveer de helft van de patiënten die hiervan gebruikt maakt ervaart een verbetering van hun symptomen
- Tricyclics
- Werkt via neurotransmitter reuptake mechanismes
- Blokkeert de heropname van serotonine en norepinefrine en verhoogt daarmee de concentratie van deze neurotransmitters in het brein
- Kan neveneffecten veroorzaken; terugval kan voorkomen wanneer de antidepressiva te snel gestopt worden na herstel
- Tweede-generatie antidepressiva
- Selective serotonin reuptake inhibitors (SSRIs)
- Verschillende structuur dan MAO inhibitors en tricyclics
- Verhoogt de serotonine activiteit zonder dat norepinefrine of andere neurotransmitters wordt beïnvloed
- Minder ongewenste, maar nog steeds wel wat neveneffecten
- Slaan niet aan bij 40% of zelfs meer patiënten
Biologische behandelingen voor unipolaire depressie
Hersenstimulatie
- Biologische behandelingen die direct of indirect bepaalde hersengebieden stimuleren
- Electroconvulsive therapy (ECT)
- Vagus nerve stimulatie
- Transcranial magnetic stimulatie (TMS)
- Deep brain stimulatie (DBS)
Psychologische modellen van unipolaire depressie
Cognitieve-gedrags visie
- Depressie is het gevolg van problematische gedragingen en dysfunctionele denkpatronen
- Theoretische perspectieven
- Gedrags dimensie
- Negatieve gedachten
- Complexe interactie tussen cognitieve- en gedragsfactoren
Psychologische modellen van unipolaire depressie
Gedragsdimensie
- Aantal beloningen tijdens het leven relateren aan de aanwezigheid of afwezigheid van depressie
- Sterke vermindering van positieve beloningen tijdens het leven kunnen zorgen voor steeds minder positieve gedragingen, wat weer leidt tot nog minder positieve beloningen en resulteert uiteindelijk eventueel in depressie
- Sociale beloningen zijn belangrijk in de neerwaartse spiraal
Psychologische modellen van unipolaire depressie
Negatieve gedachten
- Beck: Unipolaire depressie is het product van een combinatie van maladaptieve attitudes, cognitieve triad, illogisch denken en automatische gedachten
- Cognitieve triad: Negatieve visie op ervaringen, op zichzelf en op de toekomst
- Seligman learned helplessness theorie: Depressie komt voor wanneer mensen geloven dat ze de controle hebben verloren over bekrachtigers (reinforcers) in het leven en hiervan de verantwoordelijkheid aan zichzelf attribueren
- Dit verlies wordt geattribueerd aan interne, globale en stabiele oorzaken
Psychologische modellen van unipolaire depressie
Aangeleerde hulpeloosheid (learned helplessness)
- Seligman: Depressie komt voor wanneer mensen geloven dat ze de controle hebben verloren over bekrachtigers (reinforcers) in het leven en hiervan de verantwoordelijkheid aan zichzelf attribueren
- Attributie-hulpeloosheid theorie
- Rubenstein revisie: Mensen twijfelen aan zichzelf wanneer gebeurtenissen buiten hun
controle zijn
– Attributie aan interne, globale en stabiele oorzaken = depressie
– Attributie aan externe, meer specifieke en onstabiele oorzaken = minder kans op aangeleerde hulpeloosheid en depressie
CBT voor unipolaire depressie
Cognitieve-gedragstherapie (CGT of ook CBT)
Gedragsactivatie
* Therapeut helpt de cliënt om systematisch zijn/haar deelname aan constructieve en aangename activiteiten en evenementen te verhogen; 3 deelfases:
– Herintroductie van aangename evenementen en activiteit
– Belonen van niet-depressieve gedragingen
– Helpen bij het verbeteren van sociale skills
* Meest effectief wanneer gecombineerd met cognitieve interventies
De cognitieve therapie van Beck: Gebruikt om clienten te begeleiden naar het
herkennen en veranderen van negatieve cognitieve processen in 4 fases
* Aanmoedigen van activiteiten en positiever gemoed
* Uitdagingen van automatische gedachten
* Identificeren van negatieve gedachten en bias
* Veranderen van primaire attitudes
New-wave cognitieve-gedragstherapeuten
* Gaan niet akkoord met de stelling van Beck dat patiënten volledig hun negatieve cognities moeten veranderen om hun depressie op te lossen
* Gebruik van mindfulness training en andere technieken om cliënten hun negatieve cognities te helpen herkennen als gedachtenstromen die niet noodzakelijk moeten beoordeeld of gevolgd worden
Het sociocultureel model van unipolaire depressie
Familiaal-sociaal perspectief en behandelingen
- Een vermindering in sociale beloningen veroorzaakt depressie
- Mensen met depressie hebben vaak verminderde sociale capaciteiten die vermijding door anderen kan teweeg brengen, en daardoor hun sociale contacten verminderd
- Depressie is gelinkt aan zwakke of onbeschikbare social suport, isolatie en gebrek aan intimiteit.
Familiaal-sociale behandelingen
* Interpersonal psychotherapy (IPT; Klerman and Weissman)
* Studies suggereren dat IPT even effectief is als cognitieve therapie voor depressie
* Koppel/relatie therapie