HC.7: Individuele verschillen en intelligentie Flashcards

1
Q

Folk-psychologie over intelligentie

A

Probleem oplossend vermogen
Inzicht
Open mindedness
Nieuwsgierigheid
Sociale vaardigheden
Belezenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie Spearman

A

Mensen die hoog scoren op de ene test, scoren vaak ook hoog op de andere test
Statische benadering
Eén centrale factor
Hiërarchische ordening
Academische intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie Sternberg

A

Meer dan één factor
- Analytische intelligentie
- Creatieve intelligentie
- Praktische intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emotionele intelligentie

A

Emotionele begaafdheid is een metavaardigheid die bepaalt hoe goed we de andere vaardigheden waarvoor we beschikken kunnen gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Interpersoonlijke intelligentie

A

Het vermogen om andere mensen te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Intrapersoonlijke intelligentie

A

De capaciteit om een accuraat, waarheidsgetrouw beeld te vormen van de eigen persoon
Het vermogen jezelf te kunnen motiveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Intelligentietesten

A

Grootste gedeelte van intelligentietesten meet academische intelligentie. Veel minder aandacht voor andere vormen van intelligentie. In assessment wel aandacht voor andere vormen van intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Binet intelligentietest

A

Normering ten opzichte van kinderen van andere leeftijden: mentale leeftijd / biologische leeftijd
Tegenwoordig: deviatie IQ: normering ten opzichte van kinderen van dezelfde leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verbale intelligentietesten

A

Informatie
Woordenschat
Verbaal geheugen
Analogieën
Rekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Permormale intelligentietesten

A

Oog-hand coördinatie
Ruimtelijk inzicht
Concentratie
Geheugen/associatief leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nieuwe mogelijkheden intelligentie meten

A

Meten van activiteit in hersenen bij intelligente opdracht
Meten van ontwikkeling van hersenen bij normale kinderen en begaafde kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Erfelijkheid

A

IQ wordt voor het grootste deel door erfelijkheid bepaald, niet door omgeving of ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly